woensdag 9 februari 2011

Belasting

IS Online
 

Ik ben bij een lezing op de Vrije Universiteit waar Paul Collier (Oxford) uitlegt dat het in het belang is van bevolkingen in ontwikkelingslanden zélf als zij belasting gaan betalen. Dat klinkt natuurlijk vreemd.  Deze mensen hebben vaak al zo weinig geld en dan moeten ze daarvan ook nog eens belasting betalen… Collier blijft er bij: “Het is goed als staten een belastingsysteem opzetten.”
 
Tijdens Colliers’ betoog over belastingen dwalen mijn gedachten af naar Gadaffi. Gadaffi was anderhalf jaar geleden mijn gastbroertje toen ik twee maanden bij hem en zijn familie in een Ghanees dorpje woonde. We zaten buiten op het erf op een bankje en hadden net ons avondeten op. Ik vertelde hem dat ik me er zo over verbaasde hoeveel kraampjes er overal langs de weg stonden met telefoonkaarten, mango’s, bananen, voetbalshirts, kranten, stoffen voor kleding, zakjes water, schoenen, gedroogde vis , noten. Je kan het zo gek niet bedenken of je kan het in Ghana langs de weg kopen. Toen ik zei dat je dat in Nederland helemaal niet zo hebt en mensen op andere manieren geld verdienen, keek hij raar op. Het gesprek ging verder en even later kwam hij erachter dat ik, en de rest van alle blanken, een deel van hun geld aan de overheid afstaan. Hij lachte me uit en was toch wel trots dat zijn moeder, die vaak stoffen langs de weg verkoopt, niet zo gek is om dat te doen. Ik probeerde uit te leggen dat het juist goed is dat ik belasting betaal omdat daarmee de overheid dingen betaalt die in het belang zijn van de bevolking. Dat ik alleen stem op politici die mijn belastinggeld goed gebruiken en dáárom politici verstandig omgaan met mijn belastinggeld. Gadaffi snapte het niet helemaal en bleef mij, geloof ik, toch een beetje onnozel vinden…

“Als inkomens stijgen, stijgt het aandeel wat de overheid krijgt ook. Dus zal de overheid wetten maken die economische activiteiten stimuleren”, vervolgt Collier zijn betoog.  Fantastisch eigenlijk, belasting betalen. Ik kan bijna niet wachten totdat die verfoeide blauwe envelop weer op de deurmat valt! Alhoewel…


McDonalds van de hulp

IS Online

Foto: Osiris Hoepel
Hoe ga je als buitenlandse hulpgever om met de eigen verantwoordelijkheid van ontwikkelingslanden? In een goed gevulde aula van de Vrije Universiteit gaf professor Paul Collier (Oxford) maandagavond tijdens een lezingencyclus van het SID (Society for International Development) goede en slechte voorbeelden van internationale samenwerking. “Wat arme mensen nodig hebben is onze kennis, niet ons geld.”

Paul Collier is een van de meest toonaangevende en gerespecteerde wetenschappers op het gebied van internationale samenwerking. Zijn voorlaatste boek ‘the Bottom Billion’ is tot standaardwerk uitgegroeid. Collier is hoogleraar Economie in Oxford en directeur van het Centre for the Study of African Economies en voormalig hoofd van de Development Reseach Group van de Wereldbank. Met grote stappen gaat Collier deze avond door de problemen van, maar ook de kansen voor, buitenlandse hulp aan ontwikkelingslanden. Grote stappen, maar wel in hapklare brokken en duidelijke taal.

Slechte voorbeelden
Een slechte voorbeeld van internationale samenwerking is volgens Collier het stellen van voorwaarden aan het beleid van het ontvangende land. Dat ondermijnt de verantwoording van de overheid ten opzichte van haar volk. “Een ramp”, aldus Collier. Ook begrotingssteun is gevaarlijk volgens Collier. Voor overheden dient het als vervanging van belastingheffing. En belasting heffen is belangrijk. Mensen houden er namelijk niet van om belastingen betalen. Dus worden mensen geprikkeld om hun overheid goed in te gaten houden waardoor overheden gedisciplineerd worden. Een ander voordeel van het heffen van belastingen is dat als inkomens van mensen groeien, overheden daarvan profiteren dus zal de overheid een rechtsstaat inrichten om economische activiteit te stimuleren. In Nigeria heeft Collier gezien wat er gebeurt als er geen belastingen worden geheven. “The more corrupt the local governor, the lower the local tax.”

Goede voorbeelden
Uit het slechte kan het goede groeien, meent Collier. “Duitsland is de best geleide economie van Europa omdat het de slechtst geleide was”, vertelt Collier. In de crisisjaren vernietigde de hyperinflatie de totale middenklasse. Om herhaling daarvan te voorkomen richtte men praktische instituties als een onafhankelijke centrale bank op. In Afrika proeft hij een vergelijkbaar sentiment over het eigen bestuur: ‘Dit nooit meer’: “Dat vang ik overal op het continent op.”.

McDonalds
De lezing van Collier mondde uit in een centrale stelling dat ontwikkelingslanden meer hebben aan onze kennis en ideeën dan aan ons geld. Ideeën scheppen economische kansen en zijn bovendien bijna altijd gratis. En met geld van eigen burgers in plaats van donorlanden moeten overheden verantwoording afleggen.

Wat voor rol rest er voor (Nederlandse) hulporganisaties? Volgens Collier zouden ze rechtstreeks door de overheden van ontwikkelingslanden gecontracteerd moeten kunnen worden. “Zuid-Sudan heeft veel inkomsten uit de olie, maar geen staatsapparaat om publieke diensten aan de bevolking te leveren. Daar zouden hulporganisaties een grote rol kunnen spelen. Nu hebben ze nog vaak een prachtig ingerichte boutiek, die weinigen helpt tegen hoge kosten. Maar ze moeten op grote schaal in basisbehoeftes kunnen voorzien. Ze moeten net als McDonalds een goedkoop basisproduct kunnen leveren.”
Als je het over McDonaldisering hebt, is de brug naar voedselzekerheid snel geslagen. Dat is een van de grootste uitdagingen waar Afrikaanse steden voor staan, aldus Collier. “Arme stedelingen in Afrika spenderen vaak de helft van hun inkomen aan voedsel. Als de prijzen stijgen, hebben ze dus minder te eten. En kinderen zijn dan vaak de dupe.” Collier weet wel oplossingen voor de voedselcrisis, maar vreest dat ze controversieel worden gevonden. De eerste is commerciële, grootschalige landbouw. Daarnaast de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen. Daar hebben veel mensen toch een vreemd gevoel bij. “Maar,” stelt Collier, “de enige reden waarom Afrika genetisch gemodificeerd voedsel bant is omdat wíj het doen…”
Er moet in ieder geval íets gebeuren, zegt Collier: “We kunnen ons geen langdurige voedselcrisis veroorloven.”

woensdag 2 februari 2011

'F*ck the freedom of speech'

IS Online

“F*ck the freedom of speech!” Chris schreeuwt het bijna door de lunchroom heen. Schaamtevol kijk ik naar de bezoekers om me heen. We zitten in een eetcafé niet zo ver van de plek waar Theo van Gogh is vermoord. Chris is een studiegenoot van me en komt uit Congo maar heeft het grootste deel van zijn leven in Rwanda gewoond. Ik heb hem net verteld over een artikel dat ik laatst schreef over de politiek gevangene Victoire Ingabire in Rwanda. Voor ik het goed en wel besef belanden we in een heftige discussie over de vrijheid van meningsuiting. “Niet iedereen kan zomaar zeggen wat ie vindt! Stel je voor…,” hoont Chris.

Victoire Ingabire woonde 16 jaar lang in Nederland en keerde ongeveer een jaar geleden terug naar Rwanda om mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Maar ze kreeg geen toestemming om mee te doen en is in oktober vorig jaar bovendien opgepakt en zit nog steeds vast. Volgens de Rwandese autoriteiten wil ze een militaire tak van haar partij opzetten en geeft ze geld aan rebellen. Volgens haar advocaat is ze opgepakt om haar politieke ideeën. “Wat denkt ze wel niet? Ze kan niet zomaar na 16 jaar terugkomen en haar Westerse idee van vrijheid van meningsuiting projecteren op Rwanda!”, zegt Chris boos.

“Nou Chris, kom op”,zeg ik terwijl ik probeer de discussie wat te kalmeren, “ze zegt toch alleen maar dat Hutu’s ook slachtoffer zijn geweest tijdens de genocide en niet alleen maar daders? Ze ontkent niet dat er een genocide was. Dat is verboden in Rwanda. Ze nuanceert het beeld alleen.” Chris lacht me een beetje uit. “Maar op dat verhaal zit niemand te wachten. Rwanda moet opgebouwd worden en het is goed dat dit soort discussies niet toegestaan worden!”

Ik sta even met m’n mond vol tanden. “Maar…”, stamel ik. Ik kan m’n zin niet afmaken want Chris gaat door. “President Kagame heeft gelijk. Hier, in het Westen werkt het allemaal anders en hou ik van democratie. Maar in Rwanda heb je gewoon een strakke hand nodig.” Ik wil in de tegenaanval gaan, maar bedenk me. Ergens snap ik Chris wel. Rwanda heeft natuurlijk een bloedige geschiedenis en Westerse opvattingen, zoals vrijheid van meningsuiting en democratie, zijn dan misschien niet zo geschikt als ze in eerste instantie lijken. Het laatste wat Rwanda kan gebruiken is dat de vlam opnieuw in de pan slaat. Stabiliteit staat voorop.
Geen vrijheid van meningsuiting is de prijs die betaald wordt voor die stabiliteit. Een erg hoge prijs, maar wat is de prijs die betaald wordt als Rwanda zonder strakke hand geleid wordt? Dáár wil Chris liever niet over nadenken…