woensdag 22 december 2010

Linkse hobby's zijn ingewikkelde hobby's

Verslag van debat IS live
Gepubliceerd: 10 december, IS Online

Wat is er in godsnaam aan de hand in Nederland? We maken ons steeds meer druk om ons eigen hachje en minder om de armoede wereldwijd. Geloven we soms niet meer in ontwikkelingshulp en bestempelen we het daarom als ‘linkse hobby?’. Daarover ging de derde aflevering van de rondreizende talkshow IS live. Gastblogger Lindy Janssen doet verslag vanuit Tilburg. “Ik hoor maar weinig om vrolijk van te worden.”


Debatleider Ralf Bodelier laat met een lijst zien welke waarden Nederlanders belangrijk vinden in 2007 en in 2010. Waarden die ‘we’ in 2007 belangrijk vonden -zoals minder oorlog en terrorisme in de wereld, maar ook minder honger in de wereld – blijken we vandaag veel minder belangrijk te vinden. Goede gezondheidszorg en een goede oudedagvoorziening blijken dé belangrijkste vraagstukken te zijn waar Nederlanders zich druk om maken. Hoe kan dit? De antwoorden komen uit de zaal. “Er is onzekerheid door de bezuinigingen.” Eigen belang eerst dus. “Nederland is gedesillusioneerd in het buitenland en internationale instituties.” Veel dingen blijken ingewikkelder te zijn dan ze lijken.

Drastische gevolgen
Dat komt onder andere omdat bijvoorbeeld Afrikaanse systemen niet altijd worden begrepen, meent journalist Marcia Luyten, die zelf vier jaar in Uganda woonde. Daardoor slaat goed bedoelde ontwikkelingshulp nog wel eens de plank mis. En dan kan iets wat prachtig lijkt, in praktijk perverse gevolgen hebben.
In Uganda werd gratis basisonderwijs ingevoerd, mede dankzij de steun van Nederland. Een fantastisch idee. De gevolgen waren alleen minder fantastisch. Het lees- en rekenniveau dat kinderen hadden na zes jaar onderwijs bleek gigantisch gedaald te zijn ten opzichte van de periode dat onderwijs nog niet gratis was. Praktisch alle kinderen verlieten als analfabeet de basisschool. Bij een bezoek aan een school zag Luyten dat er maar liefst tweehonderd kinderen in één lokaal zaten. “De lerares paste er nauwelijks meer bij”, aldus Luyten. “Bovendien kan het de ouders weinig schelen. “Zij zien onderwijs vaak als een gratis dagopvang.”

Linkse hobby was rechtse hobby
Hulpinitiatieven worden vaak als ‘links hobby’ gezien. “Dat is historisch volkomen onjuist”, beweert hoogleraar internationale betrekkingen Duco Hellema. Ontwikkelingssamenwerking is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan als een brede coalitie waar met name de kerken en het bedrijfsleven, vanwege het bevorderen van de export, voorstanders van waren. “De linkse partijen van toen waren het meest kritisch. Ze hadden het over neokolonialisme.”
Jan Pronk was de eerste PvdA-minister voor Ontwikkelingssamenwerking en pas tijdens zijn bewindsperiode is het beeld gaan kantelen en ontstond het idee van een links georiënteerd beleidsterrein. Maar hoe kunnen we het imago van de hulp nu nog bijschaven? De sector is te lang te krampachtig geweest. Marcia Luyten heeft wel een verklaring hiervoor. “De ontwikkelingssector is erg slecht in het claimen van eigen successen. Aan de andere kant is er veel te weinig naar problemen gekeken.” Carin Boersma van Oxfam Novib is het met haar eens. “De successen worden niet getoond, maar de ingewikkeldheid ook niet,” voegt ze toe.

Noodhulp
Verder dan maar naar iets minder ingewikkelds: noodhulp. Geen politieke bijbedoelingen, geen onbedoelde drastische gevolgen maar gewoon mensen in nood helpen omdat ze het zelf niet meer kunnen.
Volgens hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw Thea Hilhorst is dit echter helemaal niet zo. “Noodhulp kun je niet scheiden van ontwikkelingssamenwerking. Die grens vloeit in elkaar over. Geert Wilders is tegen ontwikkelingssamenwerking, maar voor noodhulp. Ik denk dat-ie niet zo goed weet waar-ie het over heeft. Hij bedoelt waarschijnlijk grote natuurrampen. Maar in Uganda is er bijvoorbeeld een gebied dat al 46 jaar noodhulp krijgt, via het World Food Programme.”
Een probleem met noodhulp zou zijn dat het geld niet terecht komt waar het terecht zou moeten komen. Deze kritiek bestaat al lang, maar Haïti zou aantonen dat er echt niets verbeterd is in de loop der tijd. “Dat is simpelweg niet waar”, zegt Hilhorst met verheffing. “Het tempo van uitgeven is veel hoger dan bij andere rampen. Er komt wel degelijk hulp terecht.” Toch horen we in de media dat er maar 2 procent van het voor Haïti bestemde hulpgeld uitgegeven is. Hoe zit dat dan? “Dat ging maar om één organisatie”, zegt Hilhorst die dit in NOVA wilde uitleggen. “Maar toen hoefde ik niet meer te komen. Goed nieuws is geen nieuws.”

Als je het over kritiek op noodhulp hebt, moét je het over Linda Polman hebben. Haar grootste kritiek is dat noodhulp ook oorlogsmisdadigers voedt. Dat gebeurde bijvoorbeeld halverwege de jarenn negentig na de genocide in Rwanda. “Ze legt te makkelijk de schuld bij de hulporganisaties. Je wordt dan aanklager en rechter tegelijk”, zegt Hilhorst. “Hoe kun je onderscheid maken? Dan veroordeel je mensen tot de hongersnood!” Hilhorst geeft toe dat er wel dingen misgegaan zijn. “Er is ook in een later stadium, toen de situatie wat duidelijker was geworden, geen poging gedaan door wie dan ook om die moordenaars eruit te halen en op te pakken.”

Onbedoeld negatief
Ik hoor maar weinig dingen om vrolijk van te worden vanavond. Ontwikkelingssamenwerking en noodhulp zijn complex en daardoor zijn de gevolgen niet altijd te overzien. Deze gevolgen kunnen, zoals met het onderwijs in Uganda en de noodhulp na de genocide in Rwanda, onbedoeld negatief uitpakken. Dat is niet makkelijk uit te leggen aan een groot publiek. Het publiek in Tilburg heeft dan ook nog heel wat na te praten aan de bar, speciaal voor deze avond met biologische drankjes.

dinsdag 14 december 2010

Cancún: Media blunderen over juridische stappen Bolivia

Nieuwsberichten over de stap naar de rechter van Bolivia om afspraken in Cancún kloppen niet. Instituten worden door elkaar gehaald en kwaliteitsmedia nemen het klakkeloos over.

Op de klimaattop in Cancún is na lang zwoegen een akkoord bereikt. Bolivia vindt dat het akkoord niet volgens de juiste regeltjes tot stand is gekomen en stapt hierom naar de rechter. Maar naar welke rechter? Is het nou het Internationaal Strafhof of het Internationaal Gerechtshof? En welke afkorting hoorde nou ook alweer bij welk hof? Verschillende media blijken het niet te snappen.

Op de website van Trouw staat in een overgenomen ANP-bericht dat Bolivia naar het Internationaal Strafhof stapt. Hiervoor wordt de afkorting ICJ gebruikt. Dat is de afkorting van het Internationaal Gerechtshof, niet van het Internationaal Strafhof! Dat kort je af met ICC. Andere media nemen dit ANP-bericht ook over. Bijvoorbeeld BNR, de Telegraaf en de Volkskrant. In een ander bericht van de Volkskrant over de top in Cancún wordt wel de correcte afkorting voor het International Strafhof gebruikt. Maar bedoelen ze eigenlijk wel het Strafhof? Of toch het Internationaal Gerechtshof?

Wat maakt het uit?
Het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zijn twee totaal verschillende instituten. Beiden houden zich bezig met recht, hebben een internationaal karakter, en zijn in Den Haag gevestigd, maar de verschillen zijn groot.
Het Internationaal Gerechtshof (International Court of Justice, ICJ) bestaat sinds 1946 en zit in het Vredespaleis in Den Haag. Het spreekt recht in geschillen tussen staten. Het berecht dus staten en geen personen. Ook geeft het advies aan de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad.
Het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) berecht wel personen. Het spreekt recht over genocide, misdaden tegen de menselijkheid, en oorlogsmisdaden. Het Internationaal Strafhof bestaat sinds 2002 en is de eerste rechtbank die personen hiervoor verantwoordelijk houdt.

Naar welk hof stapt Bolivia nu?
Bolivia stapt naar het Internationaal Gerechtshof en niet naar het Internationaal Strafhof zoals in het ANP-bericht staat. Dit geschil heeft helemaal niets te maken met de misdrijven waar het Internationaal Strafhof over gaat. Ook word er geen persoon aangeklaagd. Waarom de fout dan toch in nieuwsberichten terecht komt en iedereen het klakkeloos overneemt is mij een groot raadsel.
Het was even zoeken, maar uiteindelijk heb ik een nieuwsbericht gevonden zonder fout! Het stond op de website van Spits. Chapeau!

De rauwe werkelijkheid van Afrika

VersPers

Voor Serious Request van 3FM en het Rode Kruis bezocht Eric Corton de meest afgelegen en vergeten plekken van de wereld. Elk jaar ging hij naar een ander gebied dat door oorlog, armoede of ziekte getroffen was. In zijn schrijversdebuut ‘Wilde Wereld’, beschrijft Corton zijn zeer persoonlijke ervaringen in Darfur, Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Kenia. 


Op de achterflap van ‘Wilde Wereld’ prijkt een citaat van Claudia de Breij over het boek: “Ik heb Eric’s verhalen met tranen in mijn ogen gelezen. Zelden oorlog en ellende zo voelbaar op papier gezien, maar ook nooit eerder zo getroost door het oprechte engagement van de verteller.” 

Corton vertelt open en eerlijk over zijn onwennigheid in Afrika. Hoe ga je om met mensen die onvoorstelbare dingen hebben meegemaakt? Mensen die hun eigen familie hebben zien sterven of jonge meisjes die zwaar verminkt en bruut verkracht zijn door rebellen? Hoe gedraag je je als rijke blanke man in een vluchtelingenkamp dat door bijna de hele wereld vergeten is? Wat doe je als mensen bij je komen bedelen, omdat ze geen eten hebben voor hun kinderen en je ze niets kan geven, omdat er simpelweg te weinig is voor iedereen? Corton kan en wil dit niet accepteren en wordt boos.

Deze rauwe werkelijkheid lijkt niet iets om vrolijk van te worden. Dat is ook niet de bedoeling van het boek. Als Corton echter vertelt over het Congolese meisje Wivine, word je ondanks haar hartverscheurende verhaal af en toe opgebeurd. Wivine’s verhaal is vreselijk. Ze was vier en zag haar ouders en haar grote broer vermoord worden. Hierna was ze zo bang, dat ze twee weken in haar eentje in de jungle heeft gezworven tot iemand haar vond. Nu woont ze in een weeshuis. Als Corton haar daar opzoekt met zijn koptelefoon en microfoon fleurt ze eventjes helemaal op. Dit heeft ze nog nooit gezien en ze giert het uit van het lachen als ze haar eigen stem terughoort. Corton vertelt het zo meeslepend en geëngageerd dat je meteen van dit meisje houdt.

Het is te merken dat Corton zelf bij elk verhaal opnieuw geraakt wordt door de hardheid van het leven en dat dit hem erg aangrijpt. Zo ontmoet hij de zwaar verminkte jongen Leo op een parkeerplaats. Hij was voor dood achtergelaten door de rebellen en heeft helemaal niets of niemand meer. Geen familie, geen huis en geen eten. De jongen verdwijnt maar niet uit Corton’s gedachten. ’s Avonds gaat hij terug naar de parkeerplaats om de jongen –tegen de ongeschreven regels in- toch een paar dollar te geven. 

Corton brengt zijn angst over op de lezer als hij beschrijft hoe hij ’s nachts wakker wordt door blaffende honden en een schreeuwende stoet mensen. De bewakers zijn weg, misschien zijn ze gevlucht. Corton vreest een aanval van de rebellen. 

De lezer belandt elke keer midden in Afrika, midden in het verhaal en midden in de ellende. De opmerking van Claudia de Breij is terecht. Het is bijna onmogelijk en onmenselijk om niet geroerd te worden door het indringende verhaal van Corton. Het gaat door merg en been. Het komt keihard aan, maar is bovenal oprecht.

donderdag 25 november 2010

Verschil

Upact

Als journalist schrijf ik over oorlog, over mensen die elkaar vreselijke dingen aandoen. Ik schrijf op wat ik zie en hoor en ben daarbij zo kritisch mogelijk. Ik denk bijna nooit na welke consequenties dit voor mij zou kunnen hebben.
Mijn interesse in journalistiek is begonnen toen ik twee jaar geleden stage liep bij Radio Darfur.

Radio Darfur is een radiostation gemaakt voor en door Darfuri. Een radiostation in Soedan zelf is te gevaarlijk. Daarom zendt Radio Darfur, via de korte golf, vanuit een studio in Hilversum uit. Alle journalisten die voor het station werken komen uit Darfur en zijn speciaal voor Radio Darfur opgeleid. Toen ik daar stage liep kreeg een groep journalisten uit Darfur training in Hilversum.  Ze leerden onder andere interviewen en radioitems editten.
Eén van hen was Abdel. Hij was nog nooit buiten Afrika geweest. Ik haalde hem op van het vliegveld. Hij keek z’n ogen uit en vond het uitzicht vanuit de trein op de Bijlmer fantastisch. Niet alleen de Bijlmer verbaasde Abdel. Het was herfst en de bladeren van de bomen verkleurden en vielen op de grond. Later vroor het in Nederland en nog later begon het zelfs te sneeuwen! Abdel, en de andere Darfuri, wisten niet wat ze meemaakten.  
Na een aantal weken training ging een deel van de groep terug naar Soedan. Daar doen ze dagelijks verslag van de situatie in Darfur. Het radiostation is een groot succes. Zo’n succes dat in West-Darfur vlak na de eerste uitzendingen in december 2008 de prijs van een radio met 50% steeg! Elke dag luisteren er grote groepen mensen en bellen tientallen luisteraars, ondanks de hoge telefoonkosten, vanuit Darfur naar de redactie in Hilversum met tips en informatie. 

Het is niet voor niets dat het station in Hilversum gevestigd is. Persvrijheid is er niet in Soedan en de regering in Khartoem houdt niet van kritische journalisten. De journalisten die in Soedan voor Radio Darfur werken lopen een risico. Ze zijn constant op hun hoede en hun families maken zich vaak grote zorgen. Waar ik bijna nooit na hoef te denken over de consequenties van mijn werk en op wie of wat ik kritisch ben, denkt Abdel hier constant over na. Twee jaar lang ging het goed. Tot een aantal weken geleden…

Op 30 oktober werd Abdel, met acht andere mensenrechtenactivisten, gearresteerd. Sindsdien weet niemand waar hij is. Hij heeft geen contact gehad met zijn familie, een advocaat of de redactie in Hilversum. Met niemand. “We weten nog steeds niet waar hij zit,” zegt de Nederlandse hoofdredacteur Hildebrand Bijleveld bezorgd. Iedereen maakt zich zorgen over waar hij zit maar ook in welke omstandigheden. Volgens Bijleveld is het in Soedan vrij normaal om 40 man in één cel te stoppen waar ook nog iedereen z’n behoefte doet. “Andere mensen moeten je eten en drinken geven.” 
De aanklacht tegen Abdel luidt ‘misdaden tegen de staat’.  Maar het enige wat Abdel gedaan heeft is berichten over een oorlog. Over mensen die elkaar vreselijke dingen aandoen. Hij deed verslag van wat hij zag en hoorde en was daarbij zo kritisch mogelijk. Eigenlijk doet Abdel dus precies hetzelfde als ik doe.

Het enige verschil tussen Abdel en mij is dat Abdel journalist is in Soedan en ik in Nederland…

vrijdag 19 november 2010

Nog steeds geen teken van gearresteerde Soedanese journalist

De Soedanese journalist Abdelrahman van Radio Dabanga werd twee weken geleden gearresteerd in Khartoem. De aanklacht luidt ‘misdaden tegen de staat’.  Naast Abdelrahman zijn ook acht andere mensenrechtenactivisten opgepakt. “We weten nog steeds niet waar hij zit, ” zegt de Nederlandse hoofdredacteur Hildebrand Bijleveld bezorgd.

Radio Dabanga is een radiostation gemaakt voor en door Darfuri. In Nederland is het ook bekend onder de naam Radio Darfur. Een radiostation in Soedan zelf is te gevaarlijk. Daarom zendt Radio Dabanga, via de korte golf, vanuit een studio in Hilversum uit. Alle journalisten die voor het station werken komen uit Darfur en zijn speciaal voor Radio Dabanga opgeleid. Via een netwerk van lokale journalisten, die elkaar vanwege veiligheidsredenen niet kennen, zendt Radio Dabanga elke dag  in 5 talen over de situatie in Darfur uit.
Het station wordt onder andere gesteund door het Nederlandse Press Now. Press Now zet zich in voor onafhankelijke media in landen waar dat niet vanzelfsprekend is. 
Radio Dabanga is het enige radiostation in Darfur dat dagelijks onafhankelijk bericht over de oorlog en de mensenrechtensituatie.  “Zelfs Reuters en de BBC zijn uit Darfur vertrokken,” zegt Bijleveld geïrriteerd.

“Abdelrahman zit incommunicado.” Niemand weet dus waar hij zit en contact met een advocaat, zijn familie of de redactie in Nederland is onmogelijk. “Elke dag hopen we op een positief signaal. We krijgen nu alleen informele signalen en weten niet wat we wel en niet kunnen vertrouwen.”  Iedereen maakt zich zorgen om Abdelrahman, toch zijn zijn collega’s niet voorzichtiger geworden sinds de arrestatie. “Nee, juist niet”, zucht Bijleveld, “dat zouden we wel willen nu.”

Geen toeval

Ondanks dat Soedan geen persvrijheid kent is dit de eerste arrestatie in de twee jaar dat Radio Dabanga bestaat. Volgens Bijleveld zijn er verschillende redenen dat er juist nu mensen worden gearresteerd. 
Aan de vredesbesprekingen over  Darfur in Qatar komt binnenkort een einde. De twee belangrijkste rebellengroepen, de JEM en de SLM, doen hier uit onvrede niet aan mee. De Soedanese regering zou met de arrestaties druk op hen uitoefenen en hen dwingen toch tot een akkoord te komen.
Ook is er op 9 januari een referendum in Zuid-Soedan. Dit betekent zeer waarschijnlijk dat het Zuiden onafhankelijk wordt. De Soedanese regering is het hier absoluut niet mee eens en een nieuwe oorlog tussen Noord- en Zuid-Soedan dreigt. De regering in Khartoem wil zich niet tegelijkertijd met Darfur en Zuid-Soedan bezighouden en snoert daarom nu alle kritiek alvast de mond.
Volgens Bijleveld is de regering intern verdeeld. Daarom zoeken ze een gezamenlijke vijand.  “En dat is ‘het vrije woord’”. Alle kritiek op de regering wordt dus letterlijk weggenomen.

Het is onduidelijk in welke omstandigheden Abdelrahman verblijft. Bijleveld, die jarenlang in Soedan woonde, heeft zelf ook wel eens in een Soedanese cel gezeten.  “Dat is geen pretje.” Volgens Bijleveld is het vrij normaal om 40 man in één cel te stoppen waar ook nog iedereen z’n behoefte moet doen. “Andere mensen moeten je eten en drinken geven.”  Toen Bijleveld opgepakt was wisten mensen waar hij zat, bovendien is hij een buitenlander. “Bij Abdel weet niemand waar hij is…”
Bijleveld probeert positief te blijven. “Radio Dabanga heeft in ieder geval zijn bestaansnoodzaak bewezen…”

IS Online

donderdag 11 november 2010

Niet sexy

Upact

Deze week heb ik een aantal lessen gegeven op middelbare scholen. De leerlingen aan wie ik lesgaf doen mee aan een spel over de Filippijnen. Op Mindanao, één van de grootste eilanden van de Filippijnen, woedt al zo’n 40 jaar een conflict. Een einde is nog niet in zicht.

In het spel handelen de leerlingen in de stemming in het nieuws over Mindanao. Ze krijgen punten als ze goed weten in te schatten hoe positief of negatief nieuwsberichten over het conflict zijn. Tijdens de les leg ik uit waarom er een conflict is op Mindanao. Wanneer ik vertel dat er de afgelopen 40 jaar ongeveer 160.000 mensen omgekomen zijn wordt een meisje uit de klas een beetje boos. “Hoe kan het dat we daar nooit iets over horen dan? De aanslag van 9/11 kostte aan 3000 mensen het leven en daar hoor je écht superveel over!”
Meteen ontstaat er een discussie in de klas. “Dat was in Amerika, daarom.” ”Amerika heeft veel geld he”. Het conflict op Mindanao is ingewikkeld, sleept al jarenlang voort, en heeft weinig perspectief. Kortom: Mindanao is totaal niet sexy.

Toch is de vraag van dit meisje heel terecht. Kan iemand mij er een antwoord op geven? Waarom horen we nooit iets over Mindanao?

maandag 1 november 2010

Het Fair Career Event

IS Online

“…interessante werkgevers die op zoek zijn naar hoogopgeleid talent.” Zo staat het in de folder van het Career Event. Dit jaar is er een speciale NGO-hoek: Het Fair Career Event.

Ik ben bijna afgestudeerd in de richting Internationale Betrekkingen, conflicten en Internationale Samenwerking.  Voor mij is dit dus dé ideale carrièrebeurs!
Enthousiast ga ik op een aantal potentiële werkgevers af. Bij Amnesty hebben ze een leuke vacature. Als ik naar meer informatie vraag word me meteen verteld dat het “niet voor starters is. We willen wel écht dat je ervaring hebt… Je kunt ook vrijwilligerswerk voor Amnesty doen.” Tjah, vrijwilligerswerk, stages , hartstikke leuk. Maar dat heb ik al genoeg gedaan. Ik wil mezelf graag nuttig maken maar ook m’n huur kunnen betalen.  Misschien heb ik bij Artsen Zonder Grenzen meer succes. “Nee, je moet eerst minimaal twee jaar werkervaring hebben. Anders maak je geen kans”
Ben ik hier op de verkeerde markt? Ik dacht toch dat dit voor bijna- of net afgestudeerden was…

Het is niets nieuws. Terwijl het aantal  specialistische opleidingen zoals International Development, Conflictstudies, Sustainable Development, en Human Rights de pan uit rijst, neemt de kans op een passende baan af.
Onlangs bleek uit een onderzoek van ‘Vice Versa’ dat er in de ontwikkelingssector nauwelijks plaats is voor starters.  Er zijn te weinig vacatures. Als er een vacature bij een NGO vrijkomt stromen de sollicitaties vaak, bij wijze van spreken, met postzakken tegelijk binnen.  Dus wordt er ervaring gevraagd, liefst in het buitenland. Maar hoe kan ik die ervaring opdoen als ik nergens de kans krijg?

Door de aankomende bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking  lijkt er nog minder hoop. Oxfam Novib bijvoorbeeld zag zich door de bezuinigingen genoodzaakt hun traineeprogramma af te schaffen. 
Geen enkele organisatie op het Fair Career Event is hard op zoek naar nieuw talent. Begrijpelijk met onduidelijkheden over subsidies en een overschot aan mensen die graag in de sector willen werken. Maar waarom wordt er dan een Fair Career Event georganiseerd? Een speciale carrièrebeurs voor idealisten is ontzettend leuk en interessant. Maar nutteloos als  er helemaal geen banen zijn voor starters!

maandag 25 oktober 2010

Eigenlijk had ze al lang thuis moeten zijn

IS Online (klik hier om het artikel (en de reacties) op de site van IS Magazine te lezen)

“Ik heb haar de avond vóór haar arrestatie voor het laatst gesproken. Ik had geen idee dat ze de volgende dag opgepakt zou worden, “ zegt Raissa de dochter van de Rwandese oppositieleidster Victoire Ingabire. “Mijn moeder is wel vaker opgepakt hoor. Dat duurde altijd maar twee dagen. Nu duurt het al een week,” vervolgt een bezorgde dochter, “en we hebben geen flauw idee wanneer ze vrij komt.”

Raissa en haar moeder in januari op het vliegveld


Sinds haar moeder opgesloten zit heeft Raissa haar niet meer gesproken. Alles loopt via een advocaat. “Via de advocaat hoorde ik dat m’n moeder gister verhoord zou worden. Dat ging maar met moeite want ze is erg zwak.” Raissa kijkt zorgelijk, maar vervolgt haar verhaal. “Ze had al een paar dagen niets gegeten omdat ze het eten dat ze van de bewakers krijgt niet vertrouwt. Ook sliep ze zonder matras. Haar eerste dag en nacht bleef ze zelfs geboeid! Gister heeft ze na een eis van een dokter eindelijk wat te eten gekregen van iemand die ze vertrouwt. De situatie is onmenselijk.”

Raissa (21 jaar) woont al 16 jaar in Nederland. Op haar zesde kwam ze hier en heeft Rwanda nooit meer gezien. Teruggaan wil ze wel maar durft ze niet. Haar moeder, Victoire Ingabire, is de leider van oppositiepartij Verenigde Democratische Krachten (UDF). Sinds 1994 woont zij in Nederland. In januari van dit jaar ging ze terug naar haar geboorteland om mee te doen aan de presidentsverkiezingen van augustus, die de zittende president Paul Kagame met 93 procent van de stemmen won. De UDF kreeg geen toestemming om zich te registreren als partij. Ingabire deed de stembusgang af als een farce.
Vorige week is Ingabire opgepakt op verdenking van het opzetten van een militaire tak van haar partij het UDF. Volgens haar dochter is dit complete onzin en is haar moeder gewoon opgepakt omdat ze een oppositieleidster is. In deze positie is Ingabire al vaker behoorlijk tegengewerkt door het onderdrukkende regime van Kagame.“Eigenlijk had ze al lang thuis moeten zijn. Maar ze had al huisarrest en haar paspoort is afgenomen dus ze kón niet terug naar Nederland.”

“Mijn moeder strijdt voor gerechtigheid en verzoening. Het benoemen van Hutu’s en Tutsi’s is verboden in Rwanda. Het enige wat mijn moeder zegt is dat óók Tutsi’s ernstige misdaden hebben gepleegd en daar verantwoordelijk voor moeten worden gehouden.”

Sinds Raissa van de Rwandese advocaat van haar moeder hoorde dat haar moeder opgepakt is doet ze alles om haar vrij te krijgen. De dag na de arrestatie van haar moeder ging Raissa naar de Rwandese ambassade in Den Haag. Ze wilde informatie over haar moeder en haar te spreken krijgen, maar kreeg geen medewerking. Mondeling werd haar toegezegd dat ze binnen 48uur iets zou horen. Dit gebeurde niet en maandag ging Raissa terug. “Bij de deur werd ik tegengehouden! Ik vind het meedogenloos en absurd!” Raissa vind het ook vreemd dat Nederland Rwanda financieel blijft steunen ondanks alle repressie in het land. “Vrijheid van meningsuiting is heel belangrijk in Nederland. Hoe kun je dan een land wat het tegenovergestelde uitvoert steunen?”, vraagt ze verbitterd.
Veel meer dan druk uitoefenen, de media inlichten, en geld inzamelen voor de advocaat van haar moeder kan Raissa niet. “Dit moet niet in de doofpot worden gestopt. Als de aandacht op Rwanda is gericht kan de overheid niet zomaar mijn moeder iets aandoen.”

Zelf wil Raissa niet de politiek in. “Ehm, ik ben niet zo moedig als mijn moeder. Er is erg veel moed en kracht nodig voor wat ze allemaal doet”, zegt ze trots. “Dit inspireert me wel. Volgend jaar wil ik Internationaal recht gaan studeren aan de hogeschool in Den Haag. Daarom ben ik nu m’n deelcertificaten voor de HAVO aan het halen. Maar dat is heel lastig nu. M’n hoofd is echt een zeef…”

woensdag 29 september 2010

Weg met de oude sok onder het matras

Klik hier voor mijn blog: 'De droom van Maxima'
VersPers

2,7 miljard mensen hebben niets van de financiële crisis gemerkt. Deze mensen hebben namelijk geen bankrekening. Zij kunnen niet sparen. Als ze al geld hebben, bewaren ze dat in een oude sok onder het matras. Dit klinkt misschien nostalgisch, maar veilig en efficiënt is het niet.

Om de allerarmsten van deze wereld helpen, moeten ze economisch zelfstandig worden. Ze moeten dus een bankrekening kunnen openen, kunnen sparen, kunnen lenen, geld kunnen overmaken, een pensioen kunnen opbouwen en een verzekering kunnen afsluiten. Dit alles tegen een redelijke prijs. Kort gezegd heet dat financiële integratie; het nieuwe stokpaardje van prinses Máxima.

Tijdens de VN-top over de Millenniumdoelen presenteert Máxima, de speciale adviseur van Secretaris-Generaal Ban Ki-Moon hierover, haar eerste jaarrapport.
“Waarom hebben we het nu eigenlijk over toegang tot financiële diensten?”, vraagt de prinses zich af. “Dit is helemaal niet een Millenniumdoel. En daar hebben we het deze dagen toch over? Daarom zijn we toch hier?” Ze geeft zelf het antwoord. Toegang tot financiële diensten is een middel. Het helpt bijna elk Millenniumdoel te verwezenlijken. Máxima heeft het zelf gezien. ”Een lerares in Tanzania moet twee weken vrij nemen om haar salaris op te gaan halen. Ze kan beter voor de klas staan in die tijd.” Als deze lerares een bankrekening had gehad, was haar salaris daarop gestort. Veel efficiënter dus.

Het resultaat van financiële integratie kan enorm zijn. Het helpt mensen een beter leven op te bouwen. Als arme mensen, met name vrouwen, toegang hebben tot het financiële systeem kunnen zij hun families beter beschermen tegen tegenslagen. Ondernemers kunnen een bedrijfje beginnen en kleine bedrijven kunnen uitgroeien tot grotere. Boeren die zaken doen door middel van een bankrekening in plaats van cash kunnen wachten om hun gewassen te verkopen tegen een optimale prijs. Hele economieën kunnen sneller groeien, bovendien kan dat op een manier die gunstiger is voor arme mensen.

Verder dan microkrediet

Financiële integratie gaat verder dan de microkredieten waar de prinses altijd zo vurig voor pleitte. Microkredieten zijn goed, maar daarna is er méér nodig.
In Liberia ontmoette Máxima afgelopen jaar een vrouw die dankzij een microkredietlening van minder dan 100 dollar haar eigen onderneming in palmolie startte. Ze heeft nu 13 mensen in dienst en exporteert onder andere naar de VS. Ze wil graag een grote container palmolie naar de VS exporteren en hiervoor moet ze geld lenen. Via microfinanciering krijgt ze maximaal 12.000 dollar, maar ze heeft meer nodig. Dit krijgt ze niet van een gewone bank. Ze heeft een paar duizend dollar op een rekening, lost altijd op tijd haar lening af en heeft een goedlopend bedrijf. Ze heeft alleen geen land dat als onderpand kan dienen en daarom gaat de lening niet door. Als financiële diensten verder ontwikkeld zouden zijn voor kleine ondernemers in ontwikkelingslanden, zou haar deal wel door zijn gegaan. Zo creëer je dus een win-win situatie.

“Talent is universeel, maar kansen niet”, erkent Hillary Clinton die ook bij de presentatie van Máxima’s jaarverslag is. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken omarmt het doel van Máxima om de armste van de wereld toegang te geven tot het bankensysteem. Daarom heeft Clinton een overeenkomst ondertekend met Honduras en El Salvador. De overeenkomst moet ervoor zorgen dat lokale banken profiteren van de geldtransfers van Latino’s in de VS naar hun moederland. Nu zijn dit vooral grote multinationals. Bovendien is met de overeenkomst afgesproken dat lokale banken hun winst investeren in o.a. het verder ontwikkelen van financiële diensten in hun land.
Clinton is blij dat er eindelijk aandacht is voor de bijna 3 miljard mensen die geen toegang hebben tot het financiële systeem. Het ondermijnt namelijk hun ambities. “Banking the unbanked” is dus belangrijk. Bovendien heeft Clinton de afgelopen tijd gemerkt dat armere mensen kredietwaardig zijn. Vaak zelfs kredietwaardiger dan rijke mensen.

Een belangrijke stap in de richting van het behalen van de Millenniumdoelen, zoals het bestrijden van de armoede en honger en het verbeteren van de positie van vrouwen, is dus het verlenen van toegang tot het financiële systeem.
Die oude sok onder het matras moet daarom verdwijnen.

vrijdag 24 september 2010

De droom van Máxima

Prinses Máxima presenteert haar jaarverslag. Máxima is de speciale adviseur van Ban Ki-Moon over toegang tot financiële diensten voor arme mensen.

Ik wil graag vooraan zitten dus ik ben er al vroeg. Aan verschillende chique ronde tafels nemen mannen in pakken en vrouwen in mantelpakjes plaats. Iedereen slaat flink aan het netwerken en complimenteert elkaar hoe ‘fantastic’ het werk van de onbekende andere man of vrouw is. Bloggen over millenniumdoelen en uit Nederland komen blijkt ‘awesome’ te zijn.

Inmiddels is Máxima binnengekomen, gevolgd door manlief. Demissionair premier Balkenende is er ook. Een dikke rij cameramensen en fotografen met ontzettend grote en professionele camera’s staat op korte afstand van hen. Met mijn goedkope Kijkshop-cameraatje ga ik er tussen staan en fotografeer het Hollandse onderonsje.



Iemand roept om dat het programma wat later zal starten. Er zit nog iemand vast in het verkeer: Hillary Clinton. Ik vraag me af of ze nu vloekend tegen haar chauffeur schreeuwt dat ie op moet schieten.
Ondanks dat degene voor wie de meeste mensen gekomen zijn er nog niet is, begint Balkenende de bijeenkomst. “2,7 miljard mensen hebben niets van de financiële crisis gemerkt”, zegt Balkenende. Hebben zij even geluk… Maar hij bedoelt dit niet positief. Deze mensen hebben namelijk geen bankrekening. Zij kunnen niet sparen. Als ze al geld hebben bewaren ze dat in een oude sok onder het matras. Dit klinkt misschien nostalgisch, maar veilig en efficiënt is het niet. Bovendien krijg je er geen rente mee.

Na de korte speech van Balkenende spreekt Hillary Clinton, die net binnen is gekomen. “Talent is universeel, maar kansen niet”, zegt de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Daarom omarmt ze het doel van Máxima om de armste van de wereld toegang te geven tot het banksysteem. Zojuist heeft Clinton een overeenkomst ondertekend met Honduras en El Salvador. De overeenkomst moet er voor zorgen dat lokale banken profiteren van de geldtransfers van latino’s in de VS naar hun moederland .











Hierna kondigt Balkenende Prinses Máxima aan. Hij zegt dat ze fantastisch is en dat hij trots op haar is. Máxima maakt een wegwuifgebaar en de zaal lacht.
Terwijl Máxima spreekt fluistert Balkenende iets in het oor van Clinton. Wat zou ie zeggen? Zou hij haar zeggen dat ze de volgende keer gewoon op tijd moet komen? Of zou ie haar gewoon op de lekkere broodjes wijzen?
“Waarom hebben we het nu eigenlijk over toegang tot financiële diensten?”, vraagt de prinses zich af. “Dit is helemaal niet een millenniumdoel. En daar hebben we het deze dagen toch over?” Ze geeft zelf het antwoord. Toegang tot financiële diensten is een middel. Het helpt bijna elk millenniumdoel. Máxima heeft het zelf gezien. ”Een lerares in Tanzania moet twee weken vrij nemen om haar salaris op te gaan halen. Ze kan beter voor de klas staan in die tijd.” Met het statement dat het haar droom is dat iedereen toegang heeft tot het bankensysteem, eindigt Máxima haar speech.

In de korte pauze die volgt is er tijd om foto’s te nemen. “Doe jij ook mee aan de paneldiscussie?”, vraagt prins Willem-Alexander aan z’n vrouw. “Nee, ik ga hier zitten.”
Als iedereen foto’s heeft genomen en weer zit begint de paneldiscussie met onder andere onderneemsters uit Pakistan en Kenia. Deze onderneemsters hebben hun droom al verwezenlijkt.
In de pauze heeft Willem-Alexander een flesje cola-light gescoord. Hij schenkt z’n vrouw ook wat in. Clinton is al weg. Hopelijk komt ze bij haar volgende afspraak wel op tijd.

Toegang tot de financiële diensten versterkt de positie van vrouwen, blijkt uit de discussie. “Don’t ask me about money, my wife only knows that,” citeert de Pakistaanse onderneemster haar man. De zaal lacht. Nog een aantal keer wordt benadrukt hoe belangrijk het is om een rekening te kunnen openen, te kunnen sparen bij een bank en een verzekering af te kunnen sluiten. Het zijn prachtige woorden, maar ik ben benieuwd of Máxima’s droom werkelijkheid zal worden…

woensdag 22 september 2010

De waarheid over malaria

Elke dag sterven er bijna 3000 kinderen in Afrika aan malaria. Dat is dagelijks een ‘11 september’. NGO's laten je graag weten hoeveel kinderen aan malaria dood gaan en hoe erg het is. Ik hoor het op elke bijeenkomst waar ik kom en word er langzaam gek van.
Malaria hebben is absoluut geen pretje. Vorig jaar had ik malaria, dus ik kan het weten. Vijf dagen lang heb ik niets gegeten, had ik hoge koorts en moest ik om de tien minuten naar het toilet. Gelukkig had ik wél een paar euro en kon ik medicijnen kopen.

Dit kan niet iedereen. Dus er moeten netten komen. Voor iedereen. Gratis. Deze boodschap wordt rondom de top over de millenniumdoelen vaak verspreid. Logisch ook, als je onder een net slaapt krijg je immers geen malaria. Maar ik dééd dat elke nacht. Ik slikte pillen, smeerde me in, droeg ’s avonds een lange broek en lange mouwen. En toch kreeg ik malaria.
Heel lang heb ik me afgevraagd hoe dat kon. Totdat iemand me op deze documentaire wees. Ik was geschokt…

De cijfers van het aantal mensen dat malaria heeft ligt eigenlijk veel lager. Hoe dat komt? De diagnose wordt vaak verkeerd gesteld. In de documentaire van Labyrinth (VPRO) laat iemand van wie vastgesteld is dat hij geen malaria heeft, zich in verschillende lokale klinieken testen. Vrijwel altijd heeft hij volgens de kliniek malaria…
Hoe kan je effectief een ziekte bestrijden, als het bij het stellen van de diagnose al mis gaat?!

In de documentaire zie je een nieuwe methode om malaria te bestrijden. Alle muggen moeten dood. Makkelijker gezegd, dan gedaan. Het gebeurt dan ook niet met een vliegenmepper…
Wil je de waarheid over malaria weten? Het kost je maar een half uurtje…

dinsdag 21 september 2010

Dé uitdaging voor onze generatie

Een VN-top is veel meer dan regeringsleiders die voor de camera hun handtekening zetten. Er worden ontzettend veel discussies, lezingen en workshops over de millenniumdoelen georganiseerd. Deze ochtend ga ik naar een bijeenkomst over onderwijs.
De ochtend staat helemaal vol met lezingen en speeches over hoe belangrijk onderwijs is. De locatie is prachtig; een chique hotel tegenover het hoofdgebouw van de VN. We settelen ons in de zaal. Geen security-check of paspoortcontrole. Erg relaxed. Maar dat betekent natuurlijk ook dat er geen echte big-fish komen. Jammer…

Opeens lopen er allemaal cameramensen en fotografen achteruit de zaal in. Wat gebeurt er?! Ze worden gevolgd door een ontzettend knappe vrouw. Geen wonder dus, al die camera’s… Nee wacht eens, dat is koningin Rania van Jordanië! Wat een verschijning! Zeker vergeleken bij de grijze muis die nu de zaal binnenkomt. Maar ook van hem worden ontzettend veel foto’s genomen. Ik herken em ergens van. Het is Gordon Brown; de voormalige premier van Groot-Brittannië. Dit kan nog eens interessant worden!

Er moeten genoeg en goede leraren zijn, zeggen verschillende sprekers van dit evenement . Anders heeft naar school gaan weinig zin. Heb ik dat niet eerder gehoord..?
“Ontwikkeling start in de schoolbanken.” “Miljoenen kinderen mogen we niet negeren.” “Onderwijs is cruciaal voor andere doelen, zoals hiv- en malaria bestrijding.” Klinkt allemaal logisch, maar het komt niet écht bij me binnen. Dan spreekt koningin Rania. Zij zegt dat deze ochtend niet gaat over de kinderen die niet naar school gaan, maar over ons gaat. Over beleidsmakers, over journalisten, over wij die de toekomst aan het maken zijn. Onderwijs is dé uitdaging voor onze generatie. Wat een speech. Fantastisch! Gordon Brown spreekt na haar. Wat een verschil zal dat zijn…


Maar Brown blijkt best grappig te zijn. Hij heeft in veel ontwikkelingslanden kinderen gesproken die naar school gaan. Ze willen dokter, advocaat of leraar worden. “Eigenlijk wilde niemand politicus worden, zegt een cynische ex-premier en de zaal ligt in een deuk. Brown wil dat de wereld boos wordt. Hij quote de oude Griek Thucydides: "There will be justice... when those who do not suffer are as angry as those who do." Een quote, een grapje, emoties. Zo saai en onopvallend is Gordon Brown niet!

Maar de echte hit van deze ochtend is Nthabiseng Tshabalala. Ze is pas 12 jaar en woont in Johannesburg, Zuid-Afrika. Ze is erg verlegen om voor zoveel mensen te praten. In haar schooluniformpje zegt ze dat ze erg blij is dat ze naar school kan. Haar favoriete vak is Engels en de kinderen uit haar klas zijn erg trots dat ze hier is. Zachtjes vraagt ze of we er alsjeblieft voor kunnen zorgen dat 69 miljoen kinderen de kans krijgen naar school te gaan. Na afloop van haar speech gaat de hele zaal staan. Ik kan haar niet meer zien, maar weet zeker dat ze verlegen naar de grond staart.

This is were the magic happens

UN headquarters

zondag 19 september 2010

Armoedebestrijding, XXL-burgers en gratis refills

"Van het geld voor jouw ticket, kan je ook half Kenia te eten geven”, zei een goede vriend tegen me vlak voor mijn vertrek. Overdreven natuurlijk, maar de boodschap is duidelijk. Armoede- en hongerbestrijding doe je niet in een stad die bekend staat om xxl-burgers en gratis refills. Dat doe je on the ground met je voeten in de modder.
Terwijl ik langs Hummers en gele taxi’s op 5th Avenue richting Central Park loop en me blijf verbazen hoeveel neon-reclame er is, vraag ik me het volgende af:

Weet het Afghaanse meisje dat niet naar school mag, de moeder uit Niger die haar kinderen niet te eten kan geven, of de met HIV-besmette Zuid-Afrikaan dat de wereld de komende dagen bijeenkomt om hún situatie te verbeteren? Ik vraag het me af.
Doet het er eigenlijk toe? Misschien ook wel niet. Deze top is immers bedoeld om regeringsleiders de daad bij het woord te laten voegen. Om nieuwe afspraken te maken. Maar toch…

Toch voelt het vreemd om een driedubbele hamburger,wat nauwelijks op m’n bord past te eten, terwijl ik hier ben om over honger te schrijven. Vreemd om gratis mijn halve liter cola bij te vullen, terwijl ik hier ben om over toegang tot schoon drinkwater te schrijven. Vreemd om een dure taxi te pakken, terwijl ik hier ben om over armoede te schrijven.

donderdag 16 september 2010

Het begint bij onderwijs...

Sharifa leest in haar schoolschriftje. Ik vraag haar wat ze leest en ga naast haar staan. Ik zie dat ze haar schriftje op z'n kop vasthoudt. Sharifa leest helemaal niet. Waarschijnlijk kan ze dat namelijk niet zo goed, maar wil ze indruk op me maken.

Sharifa is een verlegen meisje uit het Noorden van Ghana en ongeveer tien jaar oud. Ze woont in een dorpje van lemen hutjes aan de rand van een stad. Als Sharifa niet op school is, helpt ze haar moeder en tante met koken, wassen, of water halen. Vorig jaar was zij voor bijna twee maanden mijn gastzusje, toen ik bij haar familie woonde.
Basisonderwijs is verplicht in Ghana en Sharifa gaat dus al een aantal jaar naar school. Al eerder merkte ik dat ze hier niet veel leert. Zo probeerde Sharifa alle getallen van 1 t/m 50 op een papiertje te schrijven. Ze dacht vaak lang na over wat het volgende getal zou zijn. Het ging dan ook niet altijd goed. De reeks heeft ze niet afgemaakt omdat haar twee jaar oudere zusje Ndeira haar pen uit haar hand griste en het karweitje binnen een minuut afmaakte.

Sharifa

Een paar dagen na het ‘schriftincident’ komt Ndeira enthousiast met haar schoolrapport naar me toe. Allemaal voldoendes. Ik vraag haar of ze nu naar de volgende klas mag en of al haar vriendinnetjes ook over zijn. Ze kijkt me vreemd aan. "Natuurlijk. Iedereen gaat naar de volgende klas." "Wat fijn dat iedereen goede cijfers heeft", zeg ik. Weer kijkt ze me vreemd aan. “Er zijn veel kinderen met lage cijfers, hoor!” Nu kijk ik háár vreemd aan. “Moeten zij de klas niet overdoen dan?” “Nee joh, die krijgen gewoon straf van de leraar, een tik ofzo.”
Ik zucht. Op zo’n manier laat je het als schoolkind wel uit je hoofd om om extra uitleg te vragen…

Millenniumdoel twee is het streven dat alle meisjes en jongens in 2015 naar school gaan. Het gaat erg goed met dit doel. In 2008 ging 89% van alle kinderen in ontwikkelingslanden naar school. Fantastisch!
Maar als het dus niets uitmaakt of je iets begrijpt, wat voor nut heeft het dan om naar school te gaan?!
Doelstelling gehaald, afgevinkt. Hoera.
Sharifa zit dan wel in de schoolbanken, veel steekt ze er niet op.

woensdag 15 september 2010

Millenniumdoelen: ongekende ambitie

VersPers

De millenniumdoelen zijn maar bij weinig mensen bekend. Ook het vertrouwen in het behalen van de doelen is erg laag bij de Nederlander. Dit blijkt uit de jaarlijkse Barometer Internationale Samenwerking. Is dit terecht?

In 2015 moeten de grootste problemen van ontwikkelingslanden de wereld uit zijn. Dit is in 2000 door regeringsleiders afgesproken. Met acht concrete doelstellingen moet er een einde komen aan de armoede en moeten de levensomstandigheden van de allerarmsten op onze wereld verbeterd zijn. Dit is ambitieus. Dat was het in 2000 al. Maar met nog vijf jaar te gaan, tikt de klok.

Driekwart van de Nederlanders kan niet eens één van de acht millenniumdoelen opnoemen. Eén zo’n doel is het halveren van de armoede. Een ander doel is gelijkheid tussen mannen en vrouwen. 90 procent van de Nederlanders denkt dat deze doelen over vijf jaar niet gehaald zijn. Heeft de Nederlander gelijk?

Halveren van armoede
Met veel doelstellingen gaat het goed. Bij het terugdringen van de armoede, het behandelen van hiv-patiënten, en een duurzame leefomgeving is vooruitgang geboekt. Dit zegt het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). Klinkt mooi. Maar het halveren van de armoede is vooral te danken aan economische tijgers als China en India. De millenniumdoelen hebben hierbij maar een kleine rol gespeeld.
In Oost-Azië en Zuidoost-Azië was in 2005 het percentage mensen dat van minder dan $1,25 dollar per dag moest rondkomen gehalveerd. Sub-Sahara Afrika ligt helemaal niet op schema. Hier nam het gedeelte van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft dan wel af van 58 procent in 1990 tot 51 procent in 2005. Maar door de sterke bevolkingsgroei is het aantal armen met 100 miljoen toegenomen.

De wereldwijde economische crisis heeft er voor gezorgd dat de vooruitgang van de laatste jaren terugvalt. Hierdoor loopt de export in veel ontwikkelingslanden terug en wordt er minder geïnvesteerd. Daardoor is de economische groei minder. Ondanks deze terugval zal de armoede in de wereld in 2015 (ten opzichte van 1990) gehalveerd zijn.

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt ook niet gehaald, denkt de Nederlander. Op papier zit het wel goed met de emancipatie van vrouwen. Dankzij internationale mensenrechtenverdragen hebben mannen en vrouwen formeel dezelfde rechten. In de praktijk is dit vaak anders en worden vrouwen achtergesteld. Daarom is als doel gesteld dat er in 2015 net zo veel meisjes als jongens naar school gaan.
Dit doel gaat in veel regio’s gehaald worden volgens de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Het percentage meisjes wat naar de basisschool gaat ten opzichte van het percentage jongens wat naar de basisschool gaat is toegenomen van 87 procent in 1990 tot 96 procent in 2008. Opnieuw is vooral in Azië de vooruitgang geboekt. In Sub-Sahara Afrika en in West-Azië is de achterstand van meisjes op jongens nog het grootst.
Natuurlijk is gelijkheid meer dan naar school gaan. Krijgen vrouwen nadat zij naar school zijn geweest net zo vaak een baan als mannen? En zijn zij ook vertegenwoordigd in het parlement?

Veel vrouwen in ontwikkelingslanden werken op het land. Dit werk is vaak onbetaald en vrouwen missen de sociale bescherming van loonarbeid. Hierdoor zijn zij kwetsbaarder. Tussen 1990 en 2008 steeg het aantal vrouwen dat ergens anders dan op het land werkt in alle ontwikkelingsregio's behalve in Noord-Afrika. Daar bleef het percentage op 19 procent steken.
Ook de politieke macht van vrouwen is toegenomen. Het aandeel vrouwen in het parlement in ontwikkelingslanden steeg van 11 procent in 1990 tot 18 procent in 2010. In de ontwikkelde landen steeg dat percentage van 17 procent naar 24 procent.

VN-top
Deze twee doelen worden, ondanks de negatieve verwachting van de Nederlander, gehaald. Dit betekent nog niet dat de millenniumdoelen een succes zijn. Het zal waarschijnlijk niet lukken om de kindersterfte met tweederde terug te brengen en de moedersterfte met driekwart terug te brengen. Ook streeft men ernaar om het aantal mensen wat geen toegang heeft tot sanitaire voorzieningen te halveren. Met het huidige tempo wordt deze doelstelling niet bereikt.

Om ook deze doelen te halen vindt er volgende week in New York een VN-top plaats. Hier wordt besproken hoe dat moet gebeuren. Regeringsleiders zullen opnieuw met elkaar afspreken de wereld te verbeteren. De ambitie zal hoog zijn. Maar zonder consequenties aan het niet halen van de doelen en een economische crisis zijn de verwachtingen laag.

maandag 13 september 2010

MDG-teaser

De komende tijd ga ik bloggen over de millenniumdoelen en de VN-top die hier volgende week over gehouden wordt.
Wat zijn de millenniumdoelen ook alweer? Kijk hier!


zondag 29 augustus 2010

Op zoek naar Joseph Kony

1 september 2010, VersPers


Het Internationaal Strafhof zoekt Joseph Kony; één van Afrika’s meest gevreesde en
wreedste rebellen. Ook journalist Matthew Green zoekt Kony. Omdat niemand eigenlijk precies weet wie Kony is en waarom hij nou oorlog voert wil Green het hem zelf gaan vragen. Makkelijker gezegd, dan gedaan. Kony is omgeven door de meest bizarre mythen die de ronde over hem doen. Zo zou hij door stemmen in zijn hoofd geleid worden. Hij is wreed, onberekenbaar, intrigerend maar vooral onvindbaar. Al jarenlang.

Het verzetsleger van de Heer, waar Kony de leiding over heeft, heeft duizenden kinderen ontvoerd die ze als kindsoldaten of als seksslaven gebruiken. Ze zijn erom berucht dat ze de oren van hun slachtoffers afsnijden en hun lippen met een hangslot dichtmaken. Green probeert Kony in het hart van de duisternis en ín het conflictgebied te vinden. Tijdens zijn zoektocht komt hij op het spoor van de werkelijke toedracht van het conflict in Uganda. Is Kony wel de meedogenloze psychopaat, die aangestuurd wordt door stemmen in zijn hoofd, of is hij slechts een figurant in een veel complexer drama?

Het vinden van Kony blijkt uiteindelijk niet het belangrijkste van het verhaal te zijn. Verschillende ontmoetingen met mensen rondom Kony, zowel zijn slachtoffers als zijn aanhangers, maken het daadwerkelijke verhaal.
Tijdens zijn zoektocht beschrijft Green op een heldere en duidelijke manier hoe het
conflict in Uganda is ontstaan. En dat is knap want het conflict in Uganda is, zoals gebruikelijk is in Afrikaanse conflicten, behoorlijk gecompliceerd.

Green duikt de geschiedenis in en zorgt er daarbij voor dat dit niet saai wordt. Hij sleurt je op een levendige manier mee in de geschiedenis van Uganda en daarmee in de geschiedenis van het huidige conflict.
Ook ontvouwt Green dat er veel meer achter de oorlog zit dan de wrede en bijna onmenselijke Kony. Green ontdekt dat het voor sommige machthebbers bepaalt niet slecht uitkomt dat Kony zijn strijd in Noord-Uganda blijft voeren. Zo kan president Museveni, bondgenoot van de VS en van Groot-Brittanië, zichzelf voordoen als de sterke leider dankzij wie het in Uganda relatief rustig is, in vergelijking met buurlanden als Soedan, Congo of Rwanda. Bondgenootschappen tussen Museveni en de opstandelingen in Zuid-Soedan enerzijds, en tussen Kony en de islamistische regering in (Noord-)Soedan anderzijds houden elkaar in evenwicht.
De strijd van Kony tegen Museveni heeft zijn wortels in een decennialang slepend en diepliggend conflict tussen het noorden en het zuiden van Uganda. Maar zolang Kony wordt voorgesteld als een levensgevaarlijke idioot kan president Museveni zijn pijlen richten op Kony, en kan hij op deze manier de onderhuidse spanning tussen het Noorden en het Zuiden van zijn land negeren.

President Museveni heeft bovendien ook ooit zélf een groot deel van de bevolking van Noord-Uganda, de Acholi, waar Kony van afkomstig is , uit hun dorpen verjaagd en in kampen ondergebracht. Door Kony blijvend voor te doen komen als psychopaat, verschuift de aandacht voor Museveni’s eigen misdaden. Wel zo handig natuurlijk.

‘De Tovenaar van de Nijl’ leest makkelijk, terwijl het redelijke complexe zaken uitlegt. Het is zowel een spanende zoektocht, als een interessante geschiedenis van een land en van een conflict waarbij oude tradities genoeg aandacht krijgen. De ‘Tovenaar van de Nijl’ mist niets voor wie wil weten wat er nou precies aan de hand is in Uganda en waarom. Dit boek is af. Een aanrader!

maandag 26 juli 2010

Verliefd

21 juli 2010



Honfleur, Normandië. Na 5 uurtjes rijden ben je er. Een schilderachtig Frans stadje. Rechtstreeks uit het allermooiste plaatsjesboek.
Een schattig haventje, oude scheve huisjes, smalle steegjes en een lekker zonnetje. Erg Frans en erg romantisch. In een zijsteegje strijken we neer bij een rustig restaurantje. Ik zucht diep. Ik ben verliefd. Op hem. Op Honfleur. Op Frankrijk. Op wie of wat? Wat maakt het uit? Geen zin in moeilijke vragen.

Daarom bestel ik het enige gerecht op de kaart wat ik niet ken, zonder te vragen wat het is. Tripes à la mode Caen. Even later komt le garçon met een prachtig opgemaakt bord met zalm, aardappelpuree en een enkele haricot verts en zet het bord voor mijn vriend. Daarna komt hij met een pannetje en zet dat voor mijn neus. Wat zou er in zitten? Ik haal de deksel er af. Een prutje van aardappel, wortel en wat ondefinieerbare stukken vlees. Enthousiast prik ik het ondefinieerbare vlees aan mijn vork. Het ziet er vreemd uit. Lichtgekleurd en een beetje rimpelig. Het smaakt naar, ja naar wat? Ook dat is ondefinieerbaar. Maar niet lekker. De stukken groenten en aardappel eet ik op maar het rare vlees vermijd ik toch een beetje. Ik doe de deksel weer op het pannetje en le garçon neemt het weer mee.

Even later komt hij terug met het dessert. Net als Amélie sla ik met de achterkant van mijn lepel op mijn crème brûlée. Ik zucht diep. Ik ben verliefd. Op hem. Op Honfleur. Op Frankrijk.

The Old Lady wants you to come...


6 juli 2009, Tamale Ghana

Ik ben in mijn kamer als er op de deur wordt geklopt. "The old lady wants you to come." Meer wordt er niet gezegd. Hoe ouder, hoe meer ontzag iemand heeft dus ik spoed me naar de compund, waar de old lady is. Of beter gezegd.. waar ik haar verwachtte.. "She is inside", zeggen de kinderen. Ehh.. maar daar was toch net iemand aan het bevallen? Twijfelend klop ik op de deur. Geen gehoor. Nog een keer. Iets in een taal die ik niet begrijp. "You can go in. It's ok," zeggen de kinderen. "Just go". Ik haal diep adem. Weinig keus...

Shit, wel m'n schoenen uitdoen! De nog net wel zwangere vrouw zit op haar hurken. Ze wordt overeind gehouden door m'n gastoma. Een andere vrouw, m'n gastmoeder, voelt of het kind al komt en drukt op de buik van de moeder. Ze gebaart naar een krukje waar ik moet gaan zitten. Ik loop er naar toe. Voor ik ga zitten wordt m'n kruk dichterbij de bevallende vrouw gezet. Kan ik het tenminste goed zien.. :S
De moeder begint lichtjes te kreunen. Tot nu toe had ze namelijk nog geen geluid gemaakt. Ik krijg een zaklamp in m'n hand geduwd zodat m'n gastmoeder haar handen vrij heeft om de baby te halen. Ik moet dus goed schijnen zodat ze goed kan zien wat ze doet. Nu MOET ik het zelf dus ook wel zien. Het is bloederig, smerig, vies en een jongen.
Hij leeft! Hij huilt! Ik lach!

Maar ik ben de enige. Verder zijn er weinig emoties. De navelstreng wordt doorgeknipt, de lakens opgerold, de baby genegeerd en de vloer schoongemaakt. Dan krijgt de moeder eindelijk in haar handen waar ze al de hele avond naar heeft verlangd...een bekertje half gevuld met water!!

De Boze Burger Ontrafeld

26 mei 2010, VersPers

Hoe komt het dat steeds meer Nederlanders de overheid, het politieke systeem en de maatschappelijke elite als vijand zien? Maarten van Rossem, tv-personality, historicus en Amerika-deskundige, geeft in zijn boek ‘Waarom is de burger boos?’ een helder en tevens gevat antwoord op deze vraag.

Volgens Van Rossem is de burger boos omdat hij zich zorgen maakt over de omvangrijke immigratie en de veronderstelde negatieve effecten daarvan voor de Nederlandse samenleving. Geheel in zijn bekende ontnuchterende, grappige en cynische toon legt Van Rossem deze bewering uit. Hij analyseert wanneer het populisme opkomt en op welke segmenten zij voortborduurt.

Nederland kent een geschiedenis van beleidsconsensus. Door de Paarse coalitie in Nederland, met name de samenwerking tussen de VVD en de PvdA, verdween de echte oppositie. Dit zou dan ook deels de opkomst van de SP verklaren. Na het vertrek van Bolkestein laat rechts dit stukje politieke speelveld liggen. Toch duurt het hierna nog even voordat de charismatische Fortuyn opkomt. Van Rossem legt helder uit hoe populistische leiders inspelen op sentimenten van ontevredenheid en wantrouwen uit de samenleving en hoe zij gebruik maken van de media. Evenals populisme vraagt de medialogica om theater en drama. Fortuyn bleek hierin een genie.

Van Rossem zit er niet verlegen om zijn mening over populisme en Fortuyn te delen. Die mening liegt er niet om. Hij verwijt Fortuyn de hele recente geschiedenis op z’n kop te gooien en niet goed na te denken. Hij zou gelegenheidsargumenten van de rommelzolder van de opiniepagina’s gebruiken. Met name met Fortuyns’ verwijt aan Paars één grote puinhoop van het land te hebben gemaakt wordt door PvdA-lid Van Rossem korte metten gemaakt. Volgens Van Rossem was ‘Paars’ juist een zegen voor het land. Paars voerde Nederland op verschillende terreinen de (Europese) ranglijsten aan. Van Rossem gaat uitgebreid in op Pim Fortuyn. Hij analyseert zijn leiderschap bij Leefbaar Nederland, de breuk daarmee en de opkomst van zijn eigen lijst, zijn dood en de teloorgang van de LPF.

Wat opvallend is is dat het boek, wat de ondertitel ‘over hedendaags populisme’ heeft, erg uitgebreid op Fortuyn ingaat en slechts tegen het einde pas enkele pagina’s aan Geert Wilders besteedt. Wilders is volgens Van Rossem, net als Rita Verdonk, een pseudo-Fortuyn en verkeert in een paranoïde waan. Doordat Van Rossem overdrijft in zijn beschrijvingen voor Wilders en zijn volgers ontstaat het gevaar dat de inhoud verloren gaat. Maar dit is niet het geval. Je kunt makkelijk op de vorm schieten. maar dan heb je de boodschap gemist.

Wie dit boekt koopt met het idee een analyse te krijgen waar de onvrede van de Wildersstemmers vandaan komt, komt ietwat bedrogen uit. Hedendaags populisme, zoals in de ondertitel vermeldt, is breder opgevat dan menigeen wellicht zou denken. Met name de onevenredige aandacht voor Fortuyn is opmerkelijk. De analyses over Fortuyn zijn scherp en goed onderbouwd.

Vooral voor mensen die het boek kunnen lezen met de stem van Van Rossem in het achterhoofd, is het zeer geslaagd. Van Rossem is grappig, scherp en genadeloos. Zoals de lezer van hem kan verwachten.

Het ontbreekt de Nederlandse vrouw aan ambitie

30 december 2009, VersPers

Het old-boys-network verhindert dat vrouwen de top bereiken. Bovendien is de kinderopvang te duur en werken vrouwen dus in deeltijd en verdienen (ten onrechte) minder dan mannen. Dit zijn veelgehoorde statements waar Marike Stellinga in ‘De mythe van het glazen plafond’ keihard mee afrekent.

Stellinga schrijft als redacteur van Elsevier al jaren over emancipatie-issues en vrouwen aan de top en is hierdoor gewend aan heftige kritieken vanuit, met name, de feministische hoek. In ‘De mythe van het glazen plafond’ komt ze met harde tegenargumenten onderbouwd door verschillende onderzoeken. Kort gezegd komt het er op neer dat het De Nederlandse Vrouw ontbreekt aan ambitie. Vrouwen hebben geen topfunctie omdat ze die simpelweg niet willen. Ze zijn gelukkig met een parttime baan en hun fulltime werkende, carrière makende man.

Goede deeltijdbanen

Dat Nederland er niet al te best voor staat in internationale (Europese) lijstjes komt voor een groot deel door het unieke deeltijdklimaat van ons land. Er is hoogwaardig deeltijdwerk te vinden en kleine banen betalen relatief goed. Nederlandse werknemers hebben het recht hun werkweek te verkorten en dat is uniek in Europa. Andere Europese vrouwen zouden ook graag minder willen werken, maar kunnen dat niet omdat deeltijdbanen slecht verdienen en ze hiermee vaak hun pensioenrecht verspelen.

Veel feministen verwijzen graag naar Scandinavische landen waar het een paradijs zou zijn voor de vrouw. Stellinga gaat daarom naar Noorwegen om te kijken in hoeverre dit klopt. In Noorwegen is sinds 2008 een quotum voor beursgenoteerde bedrijven. Zij moeten hun raad van commissarissen voor ten minste 40 procent uit vrouwen laten bestaan. Stellinga wijst erop dat sinds de invoering van het quotum elke nieuwe plek door een vrouw is opgevuld. Daardoor krijgen mannen dus geen kans meer.

Al deze vrouwen zijn redelijk jong en hebben dus weinig ervaring. Zo worden de mannen met ervaring overgeslagen. Bovendien zegt Stellinga dat sinds het quotum van kracht is 167 van de 600 bedrijven in Noorwegen de beurs hebben verlaten.

Voorbarige conclusies

Stellinga haalt veel clichés over emancipatie, quota en De Nederlandse Man onderuit omdat zij gestaafd zijn op voorbarige conclusies en op conclusies die geredeneerd zijn naar een gewenste uitkomst. Toch maakt Stellinga zichzelf hier ook schuldig aan. Bij geen van de bedrijven die zich teruggetrokken hebben van de beurs is gevraagd naar de reden van terugtrekking.

Ook is het opvallend dat elk bewijs voor het bestaan van een glazen plafond of van stelselmatige achterstelling van vrouwen vrij hard wordt weerlegd. Enige nuance zou hierbij het totaalbeeld krachtiger maken. Tegen het einde van haar boek komt gelukkig wel bondig een aantal theorieën aan bod van feministen die het tegendeel beweren.

Feit blijft dat haar boek een ontzettende ontkrachting is van jarenlange dogma’s. Dat is gedurfd. En misschien moet je dat dan maar hard brengen. Met veel clichés wordt keihard afgerekend. Dit boek is niet alleen een must-read voor mensen die toch al Stellinga’s gedachtegang volgen.

Eigenlijk is vooral het een must-read voor de feministen die de clichés waar Stellinga mee afrekent (nog steeds) in het debat brengen. Want, zo betoogt Stellinga, vrouwen zijn helemaal niet zielig of achtergesteld en krijgen misschien juist wel meer kansen dan hun mannelijke collega’s. Ze kunnen bereiken wat ze willen. Bovendien zijn vrouwen zeer gelukkig met hun eigen situatie. Dus waarom veranderen? Hét glazen plafond bestaat niet!

Internationaal verdrag voor wapenhandel op komst

19 oktober 2009, VersPers

Wapenhandel is voor veel landen een levendige industrie, zo ook voor Nederland. In Europa is de wapenhandel inmiddels gereguleerd door een verdrag. Een internationaal verdrag is nu op komst. Met name de Verenigde Staten (VS) zullen hier niet zonder voorwaarden mee akkoord gaan.

Nederland staat in de internationale top vijf als het gaat om wapenexport. Die wapenhandel is dan ook aan strenge regels gebonden. Zo heeft een land, volgens de Verenigde Naties (VN), recht op zelfverdediging en recht op wapens voor die verdediging. Wapenhandel is geenszins per definitie illegaal.

Toch mag een land niet zomaar met iedereen in wapens handelen. Zo moet er onder andere duidelijk zijn wat de consequenties zijn voor de nationale veiligheid en wapens exporteren naar een schurkenstaat is niet toegestaan. Toen in 1992 de interne markt in Europa werd vrijgegeven zorgde dit voor problemen. Niet alle Europese landen hadden dezelfde regels voor wapenhandel en sluiproutes werden op deze manier mogelijk gemaakt. Een Europese gedragscode maakte hier een eind aan. Landen moeten verantwoorden waarom zij wel met een bepaald land wapens exporteren, waar andere Europese landen redenen zien dit niet te doen.

Onderhandelingen

Handelen met bedenkelijke regimes is dus mogelijk maar het levert wel behoorlijke imago schade op. In Europa zijn er de nodige beperkingen gesteld. Dit is niet overal zo. Hoe kan het bijvoorbeeld dat in Somalië wapens in overvloed zijn, terwijl er in het hele land geen enkele wapenfabriek is? Daarom wordt er al tijden, tot op VN-niveau, gesproken over een internationaal verdrag dat ervoor moet zorgen dat wapenhandel gereguleerd en onverantwoordelijke handel voorkomen wordt. Met name de VS, onder het Bush-regime, lagen tot voor kort dwars. President Obama heeft nu toegezegd zo’n verdrag wel te zien zitten. Formele onderhandelingen over een verdrag over wapenhandel lijken dus erg dichtbij te komen.

Deze maand is er een top begonnen tussen verschillende overheden waar besloten zal worden of de formele onderhandelingen kunnen beginnen. Het overleg zal vier weken duren. Hierna moet er meer duidelijkheid zijn over of de onderhandelingen kunnen beginnen en onder welke voorwaarden. Amnesty International en Oxfam International zijn echter niet blij met de toenadering van de VS. De VS stellen namelijk een belangrijke voorwaarde voor de onderhandelingen. Zij willen dat elk land veto-recht krijgt om het verdrag te verwerpen. Hiermee dreigt het gevaar dat de onderhandelingen vastlopen, aldus de mensenrechtenorganisaties.

Politiek spel doet geruchten stammenconflict oplaaien

15 september 2009, VersPers


Twee mensen vermoord en twee gewonden. In Bawku, een regio in het uiterste Noord-Oosten van Ghana is de geruchtenstroom sinds twee weken weer op gang gekomen. Hebben de gewelddadigheden iets te maken met het al jaren slepende stammenconflict?

Bakwu is op het eerste gezicht een normaal en vredig stadje; jongens op brommers rijden door de straten en vrouwen stallen hun koopwaar langs de weg. Erg rustig. Echter, als je iets beter kijkt zie je een legertruck, wat militairen en af en toe een kogelgat in een huis. Hier in het Noord-Oosten van Ghana, in de grensregio Bawku, leven sinds mensenheugenis de leden van de Kusasi-stam. Toen zij, zo'n 150 jaar geleden, een conflict kregen met een stam uit Burkina Faso, schoten de leden van de Manprusi-stam uit het zuiden hen te hulp. Sommigen van die Manprusi bleven, nadat de oorlog voorbij was, in de regio rond Bakwu wonen. Deze 'nieuwe' bewoners vormen daar een kleine minderheid die nu nog steeds in groepen, gescheiden van de Kusasi, leven.

Toen de Britten halverwege de vorige eeuw uit Bawku vertrokken droegen zij het koloniale gezag over aan de Manprusi-minderheid. Volgens de traditie kent de meerderheid van de oorspronkelijke Kusasi-stam geen centraal gezag. Maar met de onafhankelijkheid van Ghana in 1957 namen de Kusasi de macht in de regio over. Sindsdien laaien de conflicten tussen beide groepen regelmatig op.

Desalniettemin was het de laatste jaren betrekkelijk rustig tussen beide groepen. Op de achtergrond speelde wel een juridische strijd. In 2003 besloot het Hooggerechtshof in Ghana dat de leiding over het gebied definitief naar de Kusasi-stam gaat. Darrop kwam het tijdens de verkiezingen in 2008 weer tot ongeregeldheden. Politici probeerden te scoren met het stammenconflict, daardoor liepen de spanningen op. Zo waren ten tijden van de verkiezingen aan beide kanten ongeregeldheden waarbij meerdere mensen de dood vonden. Een definitieve oplossing voor het conflict, en ook de verkiezingsuitslag uit 2008 zijn tot op heden nog ver te zoeken.

De Municipal Director van de Bakwu behoort zelf niet tot één van de rivaliserende bevolkingsgroepen. Hij is van mening dat er overdreven op het conflict wordt ingezoomed. “Er is hier inderdaad wel eens een ruzie, maar dat is er in ieder land toch wel eens? Als er dan toevallig ruzie tussen een Kusasi en een Manprusi is, wordt er hier gezegd dat er sprake is van een conflict en durft niemand hier meer te komen", zegt de man lachend van achter zijn statige bureau." Hij benadrukt dat er niets aan de hand is in zijn gemeente. De avondklok die ingesteld werd tijdens de ongeregeldheden in 2008 is echter nog steeds van kracht. Maar de Municipal Director reageert afwijzend: “Ooh, die avondklok, ja die is gewoon nog niet afgeschaft. Daar zijn we nog niet aan toe gekomen. Maar er is nu geen reden meer om die te hebben."

Zo’n twee weken geleden laaide het aloude conflict toch weer op. Er werd gespeculeerd over een zetel in het nationaal parlement die zou vrijkomen voor een afgevaardigde uit de regio. Het bericht is tot op de dag van vandaag nog niet officieel bevestigd, maar toch wordt er door de lokale partijen al wel actief campagne gevoerd. Deze politieke strijd die normaal gesproken altijd ontstaat als er een parlementszetel vrijkomt, kan in Bawku heel makkelijk ontaarden in een etnische strijd.

Waarzeggers en andere foute mannen


28 juli, 2009, Tamale Ghana

Tijdens het avondeten, wat zoals elke avond bestaat uit smaakloze TZ met een vaag soepje, vertel ik Gadafi dat de Ghanese vriend van mijn vriendin haar heeft laten zitten. Ze zouden samen naar de watervallen gaan maar het gaat opeens niet door en hij neemt z'n telefoon niet meer op. Gadafi waarschuwt me (voor de zoveelste keer) voor sommige Ghanese mannen. Hij zelf is niet zo verzekert hij me (ook voor de zoveelste keer). Maar er zijn sommige Ghanese mannen die niet altijd goede intenties hebben. Sommigen, bijvoorbeeld, vallen alleen op blanke vrouwen omdat ze geld hebben (Echt?!?).

Soms zelfs kan een man naar een waarzegger gaan. Die kan hem dan een bepaald soort medicijn geven wat hij stiekem door het eten van de vrouw doet. Door dit slechte medicijn doet zij dan alles wat hij wil. Ik vraag of vrouwen dit ook wel eens bij hun man doen. "Hahaha, vrouwen zijn nog veel erger. Die doen het veel vaker!", lacht Gadafi en ik lach mee. "Bijvoorbeeld die keer toen mijn zus geslagen werd door haar man", vertelt Gadafi verder zonder emotie. "Wat?!", zeg ik, "Slaat hij haar?!?" "Ja, een keer" zegt Gadafi en wil verder gaan met zijn verhaal. "Maar,stamel ik, dat moet ze niet tolereren." Nee ze kwam ook naar huis. Toen kwam haar man, bood z'n excuses aan en ze ging weer met hem mee. Ik zeg tegen Gadafi dat als mijn vader dat bij mijn moeder zou doen ik, ik hem nooit meer zou hoeven zien. Gadafi antwoordt: "Maar de man van mijn zus kon er niets aan doen. Wat ik je wilde vertellen is dat het kwam doordat de tweede vrouw van haar man jaloers is en dus een slecht medicijn in het eten van haar man had gedaan.Door dat medicijn ging hij dus slechte dingen doen naar z'n eerste vrouw."
Aha, stamel ik, niet overtuigd van zijn verhaal.
Ik zeg nog eens dat mannen die hun vrouw slaan heel slecht zijn. Gadafi knikt. Hij zou dat zelf ook nooit doen. Maar ja, deze jongen is ook echt Roomser dan de Paus, of in dit geval: heiliger dan de profeet.. God ziet namelijk alles, dus als dan de Dag des Oordeels komt zou ie de klos zijn..

Ik ben nog steeds ontdaan van deze plotselingen onthulling, maar Gadafi vertelt verder over de waarzeggers. Zo moet je niet tegen anderen vertellen wat een waarzegger je voorspelt heeft. Je vijand zou er dan voor kunnen zorgen dat hetgene wat voorspeld is niet gebeurt. Dat mijn vriendin mij dus verteld heeft dat haar een auto te wachten staat is dus helemaal niet verstandig! Hij drukt me op het hart om dus tegen niemand te vertellen wat de waarzegger mij morgen gaat vertellen...

De volgende dag zeg ik tegen Gadafi dat mijn vriendin er gewoon bij mocht zitten toen de waarzegger mijn toekomst aan mij vertelde. Ook hoefden wij geen offer te brengen of ritueel uit te voeren, wat gebruikelijk is. Bovendien sprak ie vloeiend Engels. "Misschien was het niet een echte waarzegger", oppert mn broertje. Dat dachten we zelf ook al, helemaal toen we erachter kwamen dat een andere vrijwilliger precies dezelfde toekomst voorspeld heeft gekregen als mijn vriendin!

Dus dat ik 90 jaar word, 4 kinderen krijg (2 jongens en 2 meisjes), m'n ex me terug wil en ik niet meer ziek word in Ghana zal dus allemaal wel niet kloppen! Kan ik het ook gewoon opschrijven!

Gister heeft Gadafi me naar een 'echte' waarzegger meegenomen. Je begrijpt natuurlijk wel dat ik hier verder niets over kan zeggen...

Welcome Home!

Zondag 12 juli 2009, Tamale Ghana

Het is het gesprek van de dag. Zelfs in Tamale, wat als je geluk hebt slechts 12 uur rijden van Accra is, lopen mensen met shirtjes van hun Afrian Brother. Van DJ Carlos heb ik ook een prachtig shirt gekregen.
Vanavond landt Barack Obama, met vrouw en kinderen, in Accra.
Het is zijn eerste bezoek aan Afrika. Iedereen is opgelaten.
Zijn bezoek aan Egypte laatst telt namelijk niet. Dat is geen Black Africa en bovendien waren Michelle en zijn kinderen daar niet bij en heeft hij er niet overnacht.

Het is vrijdagavond wanneer Muhammed zijn vriendje Gadafi (mijn gastbroertje) belt. We moeten komen want Obama is net gelandt. We gaan! Onderweg zien we in elk huis wat een TV heeft, een kamer vol mensen.
Er worden videoclips vertoond. Speciaal gemaakt voor deze dag. Welcome Home, We love Obama, He is our African Brther... en meer van zulke teksten.

Onderweg heb ik Gadafi vertelt wat ik vandaag op het nieuws hoorde. Nigeria en Kenia zijn stikjaloers op Ghana. Nigeria is het dichtsbevolkste land van Afrika en vond dat zij recht hebben om Obama te ontvangen. Kenia had uiteraard ook graag hun kleinzoon verwelkomd. Maar Ghana is het land van Good Governance en het voorbeeld voor de rest Afrika ( Volgens de krant dan) dus Obama koos Ghana. Gadafi buldert van het lachen. Met deze boodschap is z'n Ghanese ego op z'n minst een maand gestreeld..

In november tijdens de verkiezingen die ik in Nl. volgde was ik echt helemaal klaar met de Obama-hype. Iedereen was zo idolaat... terwijl hij nog niets gepresteerd had!
Ja, hij is zwart. So what? Dacht ik. En eigenlijk is ie dan ook nog niet eens echt zwart...

Maar als ik deze mensen hier zie... Wat voor power het ze geeft dat de VS een zwarte president, met Afrikaanse roots, hebben. Hoe blij ze zijn... Dan is echt helemaal niets overdreven aan alle Obama-idolatie!

Van de speech die hij zaterdag aan de Afrikaanse bevolking gaf heb ik niets meegekregen. Dat hebben de meeste mensen hier niet. Dat maakt ook geen donder uit. De belangrijkste boodschap is namelijk al gegeven: Afrika telt!

YES WE CAN!!!

Beroofd en geen dak meer boven m'n hoofd

18 augustus 2009, Mole Ghana

Eerst bel je je ouders en bezorgt hen een slapeloze nacht door te vertellen dat je een paar dagen alleen gaat reizen. Als het dan zover is besteed je de eerste dag voornamelijk aan wachten op de bus. Op de tweede dag kom je er niet meer onderuit. Je bezorgt hen opnieuw een
slapeloze nacht. Je bent beroofd en hebt geen dak meer boven je hoofd.

Daar zit ik dan in Mole National Park, aan de rand van het zwembad genietend van m'n cheeseburger en m'n uitzicht op badende olifanten. Ik neem een slok van m'n ananassap, zucht en geniet nogmaals, als er opeens een aap op de stoel tegenover me springt. " Ksst", zeg ik. Andere gasten schreeuwen dat de aap agressief kan worden. Dus ik ren
weg en laat m'n eten achter. Gelukkig kiest de aap het eten en niet mij. Hij berooft me van m'n burger en rent de andere kant op...

Na nog wat apen, antilopes en olifanten van dichtbij gezien te
hebben moet ik terug naar het dorpje waar m'n hostel is. Erik en Lieke gaan ook. Het is inmiddels al donker en alleen Lieke's fiets heeft licht. De weg die we moeten nemen bestaat zoals vrijwel elke weg in Ghana uit zand, stenen en gaten en is uiteraard onverlicht. Bovendien is de weg erg heuvelachtig en hebben steile zanderige wegen sinds mijn Griekse mountainbike/ziekenhuis avontuur altijd mijn voorkeur.
"Zouden die olifanten en apen 's nachts ook op deze weg zijn," vraagt Lieke zich af. " Waarom niet?", zegt Erik. Hoe leuk we het ook vonden om die beesten overdag van dichtbij te
bewonderen, hij stelt ons niet gerust. "Hoelang hebben we ook alweer over de heenweg gedaan?" "Een klein halfuurtje dacht ik." Met onze
telefoons proberen we de weg enigszins te verlichten. Het helpt niet. Een gil en een plof. Lieke valt van d'r fiets. "Het is genoeg! We gaan terug!" Terug bij het motel vragen we om motortaxi's. Ze hebben een tuk-tuk waar we met z'n drieen makkelijk in passen. Tien minuten later arriveert ons Ghanees/Indiaas vervoermiddel met drie opgeluchte
passagiers bij het hostel.

Daar besluit ik om in plaats van in m'n kamertje zonder ventilator de nacht op het dak door te brengen. Overbehulpzame hosteleigenaar Hassan bouwt van drie grote taken een stellage waar hij m'n klamboe aan vastmaakt. Voor mij geen slapeloze
nacht. Genieten van de Afrikaanse sterrenhemel en nagenietend van de
dag dag val ik heerlijk in slaap...
19 juni 2007

Hoera, hoera! Nederlandse militairen hebben in 2003 niet gemarteld in Irak. Dat is de conclusie die twee onderzoekscommissies trekken na vermeende martelingen in Irak.

Oud-minister van defensie Henk Kamp haalt opgelucht adem. Heel Nederland lijkt opgelucht adem te halen.
De Volkskrant, die de zaak aan het licht bracht had de schijn tegen. De Volkskrant staat bekend als een linkse krant. Door in de week vóór de verkiezingen te koppen met ‘Nederlanders martelden Irakezen’ kwam de centrumrechtse regering inclusief VVD’er Henk Kamp natuurlijk onder vuur te liggen.
De beschuldigingen waren hard en de oppositiepartijen riepen schande van het ‘Nederlandse Abu Ghraib-schandaal’. De boel werd gesust door het instellen van twee onderzoekscommissies. Eén door de regering en één door de Militaire Inlichtingen en Veiligheidienst (MIVD).
De conclusies van deze twee commissies luiden: “Niet gemarteld, wel fouten gemaakt”. Na de presentatie van de onderzoeksrapporten wist hoofdredacteur van de Volkskrant Pieter Broertjes niet hoe snel hij spijt moest betuigen. Als een volleerd politicus legde hij uit dat wat hem betreft de term ‘marteling’ nooit in ‘zijn’ krant had mogen staan. Maar rectificeren is ook niet nodig. Volgens Broertjes kloppen de feiten in het stuk nog steeds.

Dus er zíjn wel dingen gebeurd die niet mochten gebeuren, maar er is toch ook weer niet zo heel veel aan de hand? Hoe moet je de behandeling van Iraakse gevangenen door Nederlandse militairen dan wél noemen, als het geen marteling is? Mishandeling? Slechte behandeling? Ik weet het niet, wat ik wel weet is dat, zoals Dostojevski ooit zei, men de mate van beschaving van een land kan afmeten aan de manier waarop men haar gevangen behandelt. Er kunnen nog meer commissies proberen wat krom is recht te praten maar het schenden van conventies en het humanitaire recht is feit.
Gevangenen wakker houden met water. Harde muziek. Intimidatie. Desoriëntatie door geblindeerde skibrillen… Volgens mij is hier juridisch gewoon sprake van marteling. Het lijkt er in ieder geval verdacht veel op en zoals een Amerikaanse uitdrukking zegt: "If it walks like a duck, quacks like a duck, looks like a duck, it must be a duck”.
12 februari 2007

De VS lijken aan de vooravond van een revolutie te staan. Welke kant die revolutie op gaat is nog niet bekend, maar hij zal komen!

De kans dat óf de eerste vrouwelijke Amerikaanse president óf de eerste zwarte Amerikaanse president zal aantreden is niet gering. Zowel Hillary Clinton als Barack Obama zijn in de race om de democratische presidentskandidaat te worden. Velen vragen zich echter af of de VS wel klaar zijn voor zo’n eventuele doorbraak. Maar is deze doorbraak wel de doorbraak die het lijkt te zijn?

Hillary Clinton zou inderdaad de eerste vrouwelijke president van de VS zijn. Maar geheel op eigen kracht is dit natuurlijk niet. Uiteraard teert zij op de naam en faam van manlief. Ja, ze heeft zelf ook aardig wat bereikt in de politiek. Maar die achternaam komt haar niet bepaald slecht uit. Dus een echte feministische doorbraak is dit in werkelijkheid ook niet.

Barack Obama zou inderdaad de eerste zwarte president van de VS zijn. Maar een echte doorbraak voor zwarte afro-amerikanen is ook dit niet. Obama is namelijk geen echte afro-amerikaan. Hij komt niet uit de getto. Hij is geen ‘brother’. Zijn vader komt uit Kenia, z’n moeder uit Kansas.

Beiden lijken dus niet de doorbraak te zijn die de media hen graag toeschrijven. Worden we hier met z’n allen dan bedonderd? Ik weet het niet. Eén ding weet ik wel: we zijn in ieder geval binnenkort sowieso van Bush verlost!