Posts tonen met het label ontwikkelingssamenwerking. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ontwikkelingssamenwerking. Alle posts tonen

dinsdag 12 juli 2011

Ver weg van de bewoonde wereld

IS Online


“Kijk, dit is een CD-rom. Weet je eigenlijk hoe een computer werkt?” Edna  kon haar oren niet geloven. Toen ze net in Amsterdam woonde ging ze met haar Nederlandse vriend mee naar een feestje met zijn collega’s. …Goh, zo’n meisje uit Tanzania…Vast nog nooit een computer gezien. Ze leven daar toch in hutjes. Zonder stroom en ver weg van een waterput? “Dat is écht hoe iedereen hier over mij denkt!, zegt Edna verontwaardigd. Inmiddels woont ze al bijna twee jaar in Nederland en is van Amsterdam naar een rijtjeshuis in IJmuiden verhuist.  Vanavond is Edna op mijn feestje en hoopt op niet wéér dezelfde vooroordelen.

“Ach, nu ben ik er wel aan gewend hoor. Dat mensen denken dat ik dom en ondervoed ben omdat ik uit Afrika kom”, zegt ze lachend. “Maar wat heb ik die collega toen vervloekt, zeg!” Ze zucht. “Weetje, ik kan het mensen niet eens kwalijk nemen. Het enige wat jullie over Afrika horen gaat over honger of over oorlog. En als jullie dan naar Afrika gaan dan is het om vrijwilligerswerk doen. Met de beste bedoelingen, dat weet ik wel. Maar jullie beeld over Afrikanen wordt daarmee wel bevestigd! Ik kom gewoon uit een grote stad met hoge flats en dure kantoorgebouwen, hoor!” Shit, bedenk ik me, zelf heb ik me daar dus ook schuldig aan gemaakt hieraan toen ik twee jaar geleden op het Ghanese platteland ging wonen en vrijwilligerswerk ging doen… “Jullie denken dat alle Afrikanen in een hutje wonen, ver weg van de bewoonde wereld. Nou, dat is echt niet zo hoor!” Edna heeft natuurlijk wel gelijk. Afrika verstedelijkt veel sneller dan de rest van de wereld. Naar verwachting van het UNFPA zal de stedelijke bevolking van Afrika van 294 miljoen in 2000 verdubbelen tot 742 miljoen in 2030. Dan woont meer dan de helft van de Afrikanen in een grote stad. Toch blijven wij maar vasthouden aan het beeld van op het platteland levende Afrikanen.

Het feestje is inmiddels in volle gang. “Lindy kan ik zo even op je computer kijken hoelaat m’n trein vertrekt?” “Tuurlijk, maar weet je hoe internet werkt dan?”, antwoord ik. “Edna kijkt me fel aan, maar als ze m’n knipoog ziet schieten we allebei in de lach!

maandag 28 maart 2011

Fuseren met Philips

IS Online

Ontwikkelingssamenwerking ligt onder vuur. De oud-directeur van Terre des Hommes wil (nog steeds) fuseren met Philips. Hoogleraar Hoebink stelt dat we door amateurs worden geregeerd. En studenten stellen kritische vragen. Wat is er toch aan de hand? Waarom is er zoveel kritiek en wat voor kansen biedt het bedrijfsleven voor de toekomst van ontwikkelingssamenwerking?


In een zaaltje in het centrum van Leiden wordt door studenten van Studentenvereniging SOL (Studentenvereniging Ontwikkelingssamenwerking Leiden) met elkaar en experts gediscussieerd. “We worden als het om ontwikkelingssamenwerking gaat geregeerd door amateurs”, zegt Paul Hoebink van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hoebink weerlegt vele kritieken op ontwikkelingssamenwerking. De VVD, met eerst Hirsi Ali en later Boekestijn, noemt het OS-beleid mislukt. “Maar Nederlandse ontwikkelingshulp kan niet heel Afrika veranderen. Ontwikkelingshulp is op haar best een katalysator”, meent Hoebink. Hij is positief over wat ontwikkelingssamenwerking kan bereiken. “Met nieuwe methoden blijkt ook wetenschappelijk dat ontwikkelingssamenwerking effect heeft.” Toch is het debat in Nederland veel negatiever dan in Duitsland en Groot-Brittannië, waar het beleid volgens Hoebink meer toegespitst is op wat er in de wereld speelt. Hoe dit komt, wordt niet precies duidelijk.

Enfant Terrible

In een interview met Ron van Huizen (oud-directeur Terre des Hommes) door Marc Broere (hoofdredacteur Vice Versa) legt van Huizen uit dat die negatieve aandacht volgens hem komt omdat ontwikkelingssamenwerking een industrie is geworden. Bovendien is er weinig animo voor vernieuwingen. Broere zegt dat van Huizen ook toen hij nog directeur was al kritisch was over zijn eigen sector en noemt hem ‘het enfant terrible van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking’. Het enfant terrible is verantwoordelijk voor Johan Cruijffs’ betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking. “Mijn opa en zijn stiefvader waren beiden terreinknecht bij Ajax. En zelf heb ik ook nog bij Ajax gespeeld…”, vertelt Ron van Huizen trots. Toen Cruijff zijn Johan Cruijff foundation oprichtte hielp van Huizen hem. “Notulen en besluiten maakte ik soms voor de vergadering al. Cruijff hoefde dan alleen te tekenen en kon weer over voetbal praten”, lacht van Huizen. Hij looft Cruijff over zijn gevoel voor mensen. Cruijff zat meteen op dezelfde golflengte met iédereen. “Ook in India waar niemand wist wie hij was…” Van Huizen vindt Cruijff, net als de hele voetballerij, een bedrijf.

Fuseren met Philips geen slecht idee
Maar ontwikkelingssamenwerking in combinatie met bedrijven roept traditioneel veel weerstand op. Van Huizen kan het weten. In 2004 zei hij: “Het zou mijn droom zijn als Terre des Hommes zou fuseren met Philips.” De commotie die na zijn uitspraak in de OS-sector ontstond heeft hij nooit begrepen. Een NGO heeft een andere insteek dan een commercieel bedrijf maar van Huizen ziet ook veel kansen in de door staatssecretaris Knapen gewenste samenwerking tussen de twee. De infrastructuur en kennis van een NGO en de producten die een bedrijf wil verkopen kun je goed aan elkaar koppelen.” Van Huizen ziet nog wel veel verbeteringen die mogelijk zijn. “Samenwerking met het bedrijfsleven is nu altijd ad hoc, zoals na de Tsunami. Er zijn geen langlopende contracten tussen NGO’s en het bedrijfsleven.” Nu het huidige kabinet meer nadruk wil leggen op het bedrijfsleven binnen ontwikkelingssamenwerking wordt zijn opmerking over Philips weer actueel. “Er wordt ook vaak gezegd dat NGO’s kunnen fuseren, dan vind ik mijn idee van fuseren met Philips nog geen slecht idee”, aldus van Huizen. “Als je onderdeel bent van het bedrijf moet Philips altijd rekening houden met de belangen van Terre des Hommes!”, legt de enthousiaste van Huizen uit.

Meer dan alleen bedrijfsleven
Antropoloog Harm van Oudenhoven benadrukt dat het bedrijfsleven niet zonder andere sectoren zoals onderwijs en een goed functionerend overheidsapparaat kan. In Nicaragua zette hij een cacaofabriek op. “Maar ik liep tegen erg veel muren op”, vertelt hij stoïcijns. Lokale wetgeving en belastingwetgeving kwamen soms totaal niet met elkaar overeen en het kostte hem veel moeite en geld om zijn bedrijf officieel te registreren. Ongeletterde en soms wereldvreemde arbeiders hielpen zijn bedrijf vaak ook niet zoals het had gekund.

Kortom: met alléén het bedrijfsleven red de ontwikkelingssamenwerking het niet. Andere sectoren blijven nodig om ontwikkelingssamenwerking, ook in de toekomst, effectief te laten blijven. Veel sprekers benadrukten dat kritische nieuwe geluiden en fris bloed nodig zijn in de sector. Aan kritische geluiden geen gebrek, dus wat dat betreft komt het misschien wel goed met de toekomst van ontwikkelingssamenwerking…

woensdag 9 februari 2011

Belasting

IS Online
 

Ik ben bij een lezing op de Vrije Universiteit waar Paul Collier (Oxford) uitlegt dat het in het belang is van bevolkingen in ontwikkelingslanden zélf als zij belasting gaan betalen. Dat klinkt natuurlijk vreemd.  Deze mensen hebben vaak al zo weinig geld en dan moeten ze daarvan ook nog eens belasting betalen… Collier blijft er bij: “Het is goed als staten een belastingsysteem opzetten.”
 
Tijdens Colliers’ betoog over belastingen dwalen mijn gedachten af naar Gadaffi. Gadaffi was anderhalf jaar geleden mijn gastbroertje toen ik twee maanden bij hem en zijn familie in een Ghanees dorpje woonde. We zaten buiten op het erf op een bankje en hadden net ons avondeten op. Ik vertelde hem dat ik me er zo over verbaasde hoeveel kraampjes er overal langs de weg stonden met telefoonkaarten, mango’s, bananen, voetbalshirts, kranten, stoffen voor kleding, zakjes water, schoenen, gedroogde vis , noten. Je kan het zo gek niet bedenken of je kan het in Ghana langs de weg kopen. Toen ik zei dat je dat in Nederland helemaal niet zo hebt en mensen op andere manieren geld verdienen, keek hij raar op. Het gesprek ging verder en even later kwam hij erachter dat ik, en de rest van alle blanken, een deel van hun geld aan de overheid afstaan. Hij lachte me uit en was toch wel trots dat zijn moeder, die vaak stoffen langs de weg verkoopt, niet zo gek is om dat te doen. Ik probeerde uit te leggen dat het juist goed is dat ik belasting betaal omdat daarmee de overheid dingen betaalt die in het belang zijn van de bevolking. Dat ik alleen stem op politici die mijn belastinggeld goed gebruiken en dáárom politici verstandig omgaan met mijn belastinggeld. Gadaffi snapte het niet helemaal en bleef mij, geloof ik, toch een beetje onnozel vinden…

“Als inkomens stijgen, stijgt het aandeel wat de overheid krijgt ook. Dus zal de overheid wetten maken die economische activiteiten stimuleren”, vervolgt Collier zijn betoog.  Fantastisch eigenlijk, belasting betalen. Ik kan bijna niet wachten totdat die verfoeide blauwe envelop weer op de deurmat valt! Alhoewel…


McDonalds van de hulp

IS Online

Foto: Osiris Hoepel
Hoe ga je als buitenlandse hulpgever om met de eigen verantwoordelijkheid van ontwikkelingslanden? In een goed gevulde aula van de Vrije Universiteit gaf professor Paul Collier (Oxford) maandagavond tijdens een lezingencyclus van het SID (Society for International Development) goede en slechte voorbeelden van internationale samenwerking. “Wat arme mensen nodig hebben is onze kennis, niet ons geld.”

Paul Collier is een van de meest toonaangevende en gerespecteerde wetenschappers op het gebied van internationale samenwerking. Zijn voorlaatste boek ‘the Bottom Billion’ is tot standaardwerk uitgegroeid. Collier is hoogleraar Economie in Oxford en directeur van het Centre for the Study of African Economies en voormalig hoofd van de Development Reseach Group van de Wereldbank. Met grote stappen gaat Collier deze avond door de problemen van, maar ook de kansen voor, buitenlandse hulp aan ontwikkelingslanden. Grote stappen, maar wel in hapklare brokken en duidelijke taal.

Slechte voorbeelden
Een slechte voorbeeld van internationale samenwerking is volgens Collier het stellen van voorwaarden aan het beleid van het ontvangende land. Dat ondermijnt de verantwoording van de overheid ten opzichte van haar volk. “Een ramp”, aldus Collier. Ook begrotingssteun is gevaarlijk volgens Collier. Voor overheden dient het als vervanging van belastingheffing. En belasting heffen is belangrijk. Mensen houden er namelijk niet van om belastingen betalen. Dus worden mensen geprikkeld om hun overheid goed in te gaten houden waardoor overheden gedisciplineerd worden. Een ander voordeel van het heffen van belastingen is dat als inkomens van mensen groeien, overheden daarvan profiteren dus zal de overheid een rechtsstaat inrichten om economische activiteit te stimuleren. In Nigeria heeft Collier gezien wat er gebeurt als er geen belastingen worden geheven. “The more corrupt the local governor, the lower the local tax.”

Goede voorbeelden
Uit het slechte kan het goede groeien, meent Collier. “Duitsland is de best geleide economie van Europa omdat het de slechtst geleide was”, vertelt Collier. In de crisisjaren vernietigde de hyperinflatie de totale middenklasse. Om herhaling daarvan te voorkomen richtte men praktische instituties als een onafhankelijke centrale bank op. In Afrika proeft hij een vergelijkbaar sentiment over het eigen bestuur: ‘Dit nooit meer’: “Dat vang ik overal op het continent op.”.

McDonalds
De lezing van Collier mondde uit in een centrale stelling dat ontwikkelingslanden meer hebben aan onze kennis en ideeën dan aan ons geld. Ideeën scheppen economische kansen en zijn bovendien bijna altijd gratis. En met geld van eigen burgers in plaats van donorlanden moeten overheden verantwoording afleggen.

Wat voor rol rest er voor (Nederlandse) hulporganisaties? Volgens Collier zouden ze rechtstreeks door de overheden van ontwikkelingslanden gecontracteerd moeten kunnen worden. “Zuid-Sudan heeft veel inkomsten uit de olie, maar geen staatsapparaat om publieke diensten aan de bevolking te leveren. Daar zouden hulporganisaties een grote rol kunnen spelen. Nu hebben ze nog vaak een prachtig ingerichte boutiek, die weinigen helpt tegen hoge kosten. Maar ze moeten op grote schaal in basisbehoeftes kunnen voorzien. Ze moeten net als McDonalds een goedkoop basisproduct kunnen leveren.”
Als je het over McDonaldisering hebt, is de brug naar voedselzekerheid snel geslagen. Dat is een van de grootste uitdagingen waar Afrikaanse steden voor staan, aldus Collier. “Arme stedelingen in Afrika spenderen vaak de helft van hun inkomen aan voedsel. Als de prijzen stijgen, hebben ze dus minder te eten. En kinderen zijn dan vaak de dupe.” Collier weet wel oplossingen voor de voedselcrisis, maar vreest dat ze controversieel worden gevonden. De eerste is commerciële, grootschalige landbouw. Daarnaast de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen. Daar hebben veel mensen toch een vreemd gevoel bij. “Maar,” stelt Collier, “de enige reden waarom Afrika genetisch gemodificeerd voedsel bant is omdat wíj het doen…”
Er moet in ieder geval íets gebeuren, zegt Collier: “We kunnen ons geen langdurige voedselcrisis veroorloven.”

woensdag 22 december 2010

Linkse hobby's zijn ingewikkelde hobby's

Verslag van debat IS live
Gepubliceerd: 10 december, IS Online

Wat is er in godsnaam aan de hand in Nederland? We maken ons steeds meer druk om ons eigen hachje en minder om de armoede wereldwijd. Geloven we soms niet meer in ontwikkelingshulp en bestempelen we het daarom als ‘linkse hobby?’. Daarover ging de derde aflevering van de rondreizende talkshow IS live. Gastblogger Lindy Janssen doet verslag vanuit Tilburg. “Ik hoor maar weinig om vrolijk van te worden.”


Debatleider Ralf Bodelier laat met een lijst zien welke waarden Nederlanders belangrijk vinden in 2007 en in 2010. Waarden die ‘we’ in 2007 belangrijk vonden -zoals minder oorlog en terrorisme in de wereld, maar ook minder honger in de wereld – blijken we vandaag veel minder belangrijk te vinden. Goede gezondheidszorg en een goede oudedagvoorziening blijken dé belangrijkste vraagstukken te zijn waar Nederlanders zich druk om maken. Hoe kan dit? De antwoorden komen uit de zaal. “Er is onzekerheid door de bezuinigingen.” Eigen belang eerst dus. “Nederland is gedesillusioneerd in het buitenland en internationale instituties.” Veel dingen blijken ingewikkelder te zijn dan ze lijken.

Drastische gevolgen
Dat komt onder andere omdat bijvoorbeeld Afrikaanse systemen niet altijd worden begrepen, meent journalist Marcia Luyten, die zelf vier jaar in Uganda woonde. Daardoor slaat goed bedoelde ontwikkelingshulp nog wel eens de plank mis. En dan kan iets wat prachtig lijkt, in praktijk perverse gevolgen hebben.
In Uganda werd gratis basisonderwijs ingevoerd, mede dankzij de steun van Nederland. Een fantastisch idee. De gevolgen waren alleen minder fantastisch. Het lees- en rekenniveau dat kinderen hadden na zes jaar onderwijs bleek gigantisch gedaald te zijn ten opzichte van de periode dat onderwijs nog niet gratis was. Praktisch alle kinderen verlieten als analfabeet de basisschool. Bij een bezoek aan een school zag Luyten dat er maar liefst tweehonderd kinderen in één lokaal zaten. “De lerares paste er nauwelijks meer bij”, aldus Luyten. “Bovendien kan het de ouders weinig schelen. “Zij zien onderwijs vaak als een gratis dagopvang.”

Linkse hobby was rechtse hobby
Hulpinitiatieven worden vaak als ‘links hobby’ gezien. “Dat is historisch volkomen onjuist”, beweert hoogleraar internationale betrekkingen Duco Hellema. Ontwikkelingssamenwerking is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan als een brede coalitie waar met name de kerken en het bedrijfsleven, vanwege het bevorderen van de export, voorstanders van waren. “De linkse partijen van toen waren het meest kritisch. Ze hadden het over neokolonialisme.”
Jan Pronk was de eerste PvdA-minister voor Ontwikkelingssamenwerking en pas tijdens zijn bewindsperiode is het beeld gaan kantelen en ontstond het idee van een links georiënteerd beleidsterrein. Maar hoe kunnen we het imago van de hulp nu nog bijschaven? De sector is te lang te krampachtig geweest. Marcia Luyten heeft wel een verklaring hiervoor. “De ontwikkelingssector is erg slecht in het claimen van eigen successen. Aan de andere kant is er veel te weinig naar problemen gekeken.” Carin Boersma van Oxfam Novib is het met haar eens. “De successen worden niet getoond, maar de ingewikkeldheid ook niet,” voegt ze toe.

Noodhulp
Verder dan maar naar iets minder ingewikkelds: noodhulp. Geen politieke bijbedoelingen, geen onbedoelde drastische gevolgen maar gewoon mensen in nood helpen omdat ze het zelf niet meer kunnen.
Volgens hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw Thea Hilhorst is dit echter helemaal niet zo. “Noodhulp kun je niet scheiden van ontwikkelingssamenwerking. Die grens vloeit in elkaar over. Geert Wilders is tegen ontwikkelingssamenwerking, maar voor noodhulp. Ik denk dat-ie niet zo goed weet waar-ie het over heeft. Hij bedoelt waarschijnlijk grote natuurrampen. Maar in Uganda is er bijvoorbeeld een gebied dat al 46 jaar noodhulp krijgt, via het World Food Programme.”
Een probleem met noodhulp zou zijn dat het geld niet terecht komt waar het terecht zou moeten komen. Deze kritiek bestaat al lang, maar Haïti zou aantonen dat er echt niets verbeterd is in de loop der tijd. “Dat is simpelweg niet waar”, zegt Hilhorst met verheffing. “Het tempo van uitgeven is veel hoger dan bij andere rampen. Er komt wel degelijk hulp terecht.” Toch horen we in de media dat er maar 2 procent van het voor Haïti bestemde hulpgeld uitgegeven is. Hoe zit dat dan? “Dat ging maar om één organisatie”, zegt Hilhorst die dit in NOVA wilde uitleggen. “Maar toen hoefde ik niet meer te komen. Goed nieuws is geen nieuws.”

Als je het over kritiek op noodhulp hebt, moét je het over Linda Polman hebben. Haar grootste kritiek is dat noodhulp ook oorlogsmisdadigers voedt. Dat gebeurde bijvoorbeeld halverwege de jarenn negentig na de genocide in Rwanda. “Ze legt te makkelijk de schuld bij de hulporganisaties. Je wordt dan aanklager en rechter tegelijk”, zegt Hilhorst. “Hoe kun je onderscheid maken? Dan veroordeel je mensen tot de hongersnood!” Hilhorst geeft toe dat er wel dingen misgegaan zijn. “Er is ook in een later stadium, toen de situatie wat duidelijker was geworden, geen poging gedaan door wie dan ook om die moordenaars eruit te halen en op te pakken.”

Onbedoeld negatief
Ik hoor maar weinig dingen om vrolijk van te worden vanavond. Ontwikkelingssamenwerking en noodhulp zijn complex en daardoor zijn de gevolgen niet altijd te overzien. Deze gevolgen kunnen, zoals met het onderwijs in Uganda en de noodhulp na de genocide in Rwanda, onbedoeld negatief uitpakken. Dat is niet makkelijk uit te leggen aan een groot publiek. Het publiek in Tilburg heeft dan ook nog heel wat na te praten aan de bar, speciaal voor deze avond met biologische drankjes.

maandag 1 november 2010

Het Fair Career Event

IS Online

“…interessante werkgevers die op zoek zijn naar hoogopgeleid talent.” Zo staat het in de folder van het Career Event. Dit jaar is er een speciale NGO-hoek: Het Fair Career Event.

Ik ben bijna afgestudeerd in de richting Internationale Betrekkingen, conflicten en Internationale Samenwerking.  Voor mij is dit dus dé ideale carrièrebeurs!
Enthousiast ga ik op een aantal potentiële werkgevers af. Bij Amnesty hebben ze een leuke vacature. Als ik naar meer informatie vraag word me meteen verteld dat het “niet voor starters is. We willen wel écht dat je ervaring hebt… Je kunt ook vrijwilligerswerk voor Amnesty doen.” Tjah, vrijwilligerswerk, stages , hartstikke leuk. Maar dat heb ik al genoeg gedaan. Ik wil mezelf graag nuttig maken maar ook m’n huur kunnen betalen.  Misschien heb ik bij Artsen Zonder Grenzen meer succes. “Nee, je moet eerst minimaal twee jaar werkervaring hebben. Anders maak je geen kans”
Ben ik hier op de verkeerde markt? Ik dacht toch dat dit voor bijna- of net afgestudeerden was…

Het is niets nieuws. Terwijl het aantal  specialistische opleidingen zoals International Development, Conflictstudies, Sustainable Development, en Human Rights de pan uit rijst, neemt de kans op een passende baan af.
Onlangs bleek uit een onderzoek van ‘Vice Versa’ dat er in de ontwikkelingssector nauwelijks plaats is voor starters.  Er zijn te weinig vacatures. Als er een vacature bij een NGO vrijkomt stromen de sollicitaties vaak, bij wijze van spreken, met postzakken tegelijk binnen.  Dus wordt er ervaring gevraagd, liefst in het buitenland. Maar hoe kan ik die ervaring opdoen als ik nergens de kans krijg?

Door de aankomende bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking  lijkt er nog minder hoop. Oxfam Novib bijvoorbeeld zag zich door de bezuinigingen genoodzaakt hun traineeprogramma af te schaffen. 
Geen enkele organisatie op het Fair Career Event is hard op zoek naar nieuw talent. Begrijpelijk met onduidelijkheden over subsidies en een overschot aan mensen die graag in de sector willen werken. Maar waarom wordt er dan een Fair Career Event georganiseerd? Een speciale carrièrebeurs voor idealisten is ontzettend leuk en interessant. Maar nutteloos als  er helemaal geen banen zijn voor starters!

woensdag 22 september 2010

De waarheid over malaria

Elke dag sterven er bijna 3000 kinderen in Afrika aan malaria. Dat is dagelijks een ‘11 september’. NGO's laten je graag weten hoeveel kinderen aan malaria dood gaan en hoe erg het is. Ik hoor het op elke bijeenkomst waar ik kom en word er langzaam gek van.
Malaria hebben is absoluut geen pretje. Vorig jaar had ik malaria, dus ik kan het weten. Vijf dagen lang heb ik niets gegeten, had ik hoge koorts en moest ik om de tien minuten naar het toilet. Gelukkig had ik wél een paar euro en kon ik medicijnen kopen.

Dit kan niet iedereen. Dus er moeten netten komen. Voor iedereen. Gratis. Deze boodschap wordt rondom de top over de millenniumdoelen vaak verspreid. Logisch ook, als je onder een net slaapt krijg je immers geen malaria. Maar ik dééd dat elke nacht. Ik slikte pillen, smeerde me in, droeg ’s avonds een lange broek en lange mouwen. En toch kreeg ik malaria.
Heel lang heb ik me afgevraagd hoe dat kon. Totdat iemand me op deze documentaire wees. Ik was geschokt…

De cijfers van het aantal mensen dat malaria heeft ligt eigenlijk veel lager. Hoe dat komt? De diagnose wordt vaak verkeerd gesteld. In de documentaire van Labyrinth (VPRO) laat iemand van wie vastgesteld is dat hij geen malaria heeft, zich in verschillende lokale klinieken testen. Vrijwel altijd heeft hij volgens de kliniek malaria…
Hoe kan je effectief een ziekte bestrijden, als het bij het stellen van de diagnose al mis gaat?!

In de documentaire zie je een nieuwe methode om malaria te bestrijden. Alle muggen moeten dood. Makkelijker gezegd, dan gedaan. Het gebeurt dan ook niet met een vliegenmepper…
Wil je de waarheid over malaria weten? Het kost je maar een half uurtje…

dinsdag 21 september 2010

Dé uitdaging voor onze generatie

Een VN-top is veel meer dan regeringsleiders die voor de camera hun handtekening zetten. Er worden ontzettend veel discussies, lezingen en workshops over de millenniumdoelen georganiseerd. Deze ochtend ga ik naar een bijeenkomst over onderwijs.
De ochtend staat helemaal vol met lezingen en speeches over hoe belangrijk onderwijs is. De locatie is prachtig; een chique hotel tegenover het hoofdgebouw van de VN. We settelen ons in de zaal. Geen security-check of paspoortcontrole. Erg relaxed. Maar dat betekent natuurlijk ook dat er geen echte big-fish komen. Jammer…

Opeens lopen er allemaal cameramensen en fotografen achteruit de zaal in. Wat gebeurt er?! Ze worden gevolgd door een ontzettend knappe vrouw. Geen wonder dus, al die camera’s… Nee wacht eens, dat is koningin Rania van Jordanië! Wat een verschijning! Zeker vergeleken bij de grijze muis die nu de zaal binnenkomt. Maar ook van hem worden ontzettend veel foto’s genomen. Ik herken em ergens van. Het is Gordon Brown; de voormalige premier van Groot-Brittannië. Dit kan nog eens interessant worden!

Er moeten genoeg en goede leraren zijn, zeggen verschillende sprekers van dit evenement . Anders heeft naar school gaan weinig zin. Heb ik dat niet eerder gehoord..?
“Ontwikkeling start in de schoolbanken.” “Miljoenen kinderen mogen we niet negeren.” “Onderwijs is cruciaal voor andere doelen, zoals hiv- en malaria bestrijding.” Klinkt allemaal logisch, maar het komt niet écht bij me binnen. Dan spreekt koningin Rania. Zij zegt dat deze ochtend niet gaat over de kinderen die niet naar school gaan, maar over ons gaat. Over beleidsmakers, over journalisten, over wij die de toekomst aan het maken zijn. Onderwijs is dé uitdaging voor onze generatie. Wat een speech. Fantastisch! Gordon Brown spreekt na haar. Wat een verschil zal dat zijn…


Maar Brown blijkt best grappig te zijn. Hij heeft in veel ontwikkelingslanden kinderen gesproken die naar school gaan. Ze willen dokter, advocaat of leraar worden. “Eigenlijk wilde niemand politicus worden, zegt een cynische ex-premier en de zaal ligt in een deuk. Brown wil dat de wereld boos wordt. Hij quote de oude Griek Thucydides: "There will be justice... when those who do not suffer are as angry as those who do." Een quote, een grapje, emoties. Zo saai en onopvallend is Gordon Brown niet!

Maar de echte hit van deze ochtend is Nthabiseng Tshabalala. Ze is pas 12 jaar en woont in Johannesburg, Zuid-Afrika. Ze is erg verlegen om voor zoveel mensen te praten. In haar schooluniformpje zegt ze dat ze erg blij is dat ze naar school kan. Haar favoriete vak is Engels en de kinderen uit haar klas zijn erg trots dat ze hier is. Zachtjes vraagt ze of we er alsjeblieft voor kunnen zorgen dat 69 miljoen kinderen de kans krijgen naar school te gaan. Na afloop van haar speech gaat de hele zaal staan. Ik kan haar niet meer zien, maar weet zeker dat ze verlegen naar de grond staart.

zondag 19 september 2010

Armoedebestrijding, XXL-burgers en gratis refills

"Van het geld voor jouw ticket, kan je ook half Kenia te eten geven”, zei een goede vriend tegen me vlak voor mijn vertrek. Overdreven natuurlijk, maar de boodschap is duidelijk. Armoede- en hongerbestrijding doe je niet in een stad die bekend staat om xxl-burgers en gratis refills. Dat doe je on the ground met je voeten in de modder.
Terwijl ik langs Hummers en gele taxi’s op 5th Avenue richting Central Park loop en me blijf verbazen hoeveel neon-reclame er is, vraag ik me het volgende af:

Weet het Afghaanse meisje dat niet naar school mag, de moeder uit Niger die haar kinderen niet te eten kan geven, of de met HIV-besmette Zuid-Afrikaan dat de wereld de komende dagen bijeenkomt om hún situatie te verbeteren? Ik vraag het me af.
Doet het er eigenlijk toe? Misschien ook wel niet. Deze top is immers bedoeld om regeringsleiders de daad bij het woord te laten voegen. Om nieuwe afspraken te maken. Maar toch…

Toch voelt het vreemd om een driedubbele hamburger,wat nauwelijks op m’n bord past te eten, terwijl ik hier ben om over honger te schrijven. Vreemd om gratis mijn halve liter cola bij te vullen, terwijl ik hier ben om over toegang tot schoon drinkwater te schrijven. Vreemd om een dure taxi te pakken, terwijl ik hier ben om over armoede te schrijven.

donderdag 16 september 2010

Het begint bij onderwijs...

Sharifa leest in haar schoolschriftje. Ik vraag haar wat ze leest en ga naast haar staan. Ik zie dat ze haar schriftje op z'n kop vasthoudt. Sharifa leest helemaal niet. Waarschijnlijk kan ze dat namelijk niet zo goed, maar wil ze indruk op me maken.

Sharifa is een verlegen meisje uit het Noorden van Ghana en ongeveer tien jaar oud. Ze woont in een dorpje van lemen hutjes aan de rand van een stad. Als Sharifa niet op school is, helpt ze haar moeder en tante met koken, wassen, of water halen. Vorig jaar was zij voor bijna twee maanden mijn gastzusje, toen ik bij haar familie woonde.
Basisonderwijs is verplicht in Ghana en Sharifa gaat dus al een aantal jaar naar school. Al eerder merkte ik dat ze hier niet veel leert. Zo probeerde Sharifa alle getallen van 1 t/m 50 op een papiertje te schrijven. Ze dacht vaak lang na over wat het volgende getal zou zijn. Het ging dan ook niet altijd goed. De reeks heeft ze niet afgemaakt omdat haar twee jaar oudere zusje Ndeira haar pen uit haar hand griste en het karweitje binnen een minuut afmaakte.

Sharifa

Een paar dagen na het ‘schriftincident’ komt Ndeira enthousiast met haar schoolrapport naar me toe. Allemaal voldoendes. Ik vraag haar of ze nu naar de volgende klas mag en of al haar vriendinnetjes ook over zijn. Ze kijkt me vreemd aan. "Natuurlijk. Iedereen gaat naar de volgende klas." "Wat fijn dat iedereen goede cijfers heeft", zeg ik. Weer kijkt ze me vreemd aan. “Er zijn veel kinderen met lage cijfers, hoor!” Nu kijk ik háár vreemd aan. “Moeten zij de klas niet overdoen dan?” “Nee joh, die krijgen gewoon straf van de leraar, een tik ofzo.”
Ik zucht. Op zo’n manier laat je het als schoolkind wel uit je hoofd om om extra uitleg te vragen…

Millenniumdoel twee is het streven dat alle meisjes en jongens in 2015 naar school gaan. Het gaat erg goed met dit doel. In 2008 ging 89% van alle kinderen in ontwikkelingslanden naar school. Fantastisch!
Maar als het dus niets uitmaakt of je iets begrijpt, wat voor nut heeft het dan om naar school te gaan?!
Doelstelling gehaald, afgevinkt. Hoera.
Sharifa zit dan wel in de schoolbanken, veel steekt ze er niet op.

woensdag 15 september 2010

Millenniumdoelen: ongekende ambitie

VersPers

De millenniumdoelen zijn maar bij weinig mensen bekend. Ook het vertrouwen in het behalen van de doelen is erg laag bij de Nederlander. Dit blijkt uit de jaarlijkse Barometer Internationale Samenwerking. Is dit terecht?

In 2015 moeten de grootste problemen van ontwikkelingslanden de wereld uit zijn. Dit is in 2000 door regeringsleiders afgesproken. Met acht concrete doelstellingen moet er een einde komen aan de armoede en moeten de levensomstandigheden van de allerarmsten op onze wereld verbeterd zijn. Dit is ambitieus. Dat was het in 2000 al. Maar met nog vijf jaar te gaan, tikt de klok.

Driekwart van de Nederlanders kan niet eens één van de acht millenniumdoelen opnoemen. Eén zo’n doel is het halveren van de armoede. Een ander doel is gelijkheid tussen mannen en vrouwen. 90 procent van de Nederlanders denkt dat deze doelen over vijf jaar niet gehaald zijn. Heeft de Nederlander gelijk?

Halveren van armoede
Met veel doelstellingen gaat het goed. Bij het terugdringen van de armoede, het behandelen van hiv-patiënten, en een duurzame leefomgeving is vooruitgang geboekt. Dit zegt het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). Klinkt mooi. Maar het halveren van de armoede is vooral te danken aan economische tijgers als China en India. De millenniumdoelen hebben hierbij maar een kleine rol gespeeld.
In Oost-Azië en Zuidoost-Azië was in 2005 het percentage mensen dat van minder dan $1,25 dollar per dag moest rondkomen gehalveerd. Sub-Sahara Afrika ligt helemaal niet op schema. Hier nam het gedeelte van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft dan wel af van 58 procent in 1990 tot 51 procent in 2005. Maar door de sterke bevolkingsgroei is het aantal armen met 100 miljoen toegenomen.

De wereldwijde economische crisis heeft er voor gezorgd dat de vooruitgang van de laatste jaren terugvalt. Hierdoor loopt de export in veel ontwikkelingslanden terug en wordt er minder geïnvesteerd. Daardoor is de economische groei minder. Ondanks deze terugval zal de armoede in de wereld in 2015 (ten opzichte van 1990) gehalveerd zijn.

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt ook niet gehaald, denkt de Nederlander. Op papier zit het wel goed met de emancipatie van vrouwen. Dankzij internationale mensenrechtenverdragen hebben mannen en vrouwen formeel dezelfde rechten. In de praktijk is dit vaak anders en worden vrouwen achtergesteld. Daarom is als doel gesteld dat er in 2015 net zo veel meisjes als jongens naar school gaan.
Dit doel gaat in veel regio’s gehaald worden volgens de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Het percentage meisjes wat naar de basisschool gaat ten opzichte van het percentage jongens wat naar de basisschool gaat is toegenomen van 87 procent in 1990 tot 96 procent in 2008. Opnieuw is vooral in Azië de vooruitgang geboekt. In Sub-Sahara Afrika en in West-Azië is de achterstand van meisjes op jongens nog het grootst.
Natuurlijk is gelijkheid meer dan naar school gaan. Krijgen vrouwen nadat zij naar school zijn geweest net zo vaak een baan als mannen? En zijn zij ook vertegenwoordigd in het parlement?

Veel vrouwen in ontwikkelingslanden werken op het land. Dit werk is vaak onbetaald en vrouwen missen de sociale bescherming van loonarbeid. Hierdoor zijn zij kwetsbaarder. Tussen 1990 en 2008 steeg het aantal vrouwen dat ergens anders dan op het land werkt in alle ontwikkelingsregio's behalve in Noord-Afrika. Daar bleef het percentage op 19 procent steken.
Ook de politieke macht van vrouwen is toegenomen. Het aandeel vrouwen in het parlement in ontwikkelingslanden steeg van 11 procent in 1990 tot 18 procent in 2010. In de ontwikkelde landen steeg dat percentage van 17 procent naar 24 procent.

VN-top
Deze twee doelen worden, ondanks de negatieve verwachting van de Nederlander, gehaald. Dit betekent nog niet dat de millenniumdoelen een succes zijn. Het zal waarschijnlijk niet lukken om de kindersterfte met tweederde terug te brengen en de moedersterfte met driekwart terug te brengen. Ook streeft men ernaar om het aantal mensen wat geen toegang heeft tot sanitaire voorzieningen te halveren. Met het huidige tempo wordt deze doelstelling niet bereikt.

Om ook deze doelen te halen vindt er volgende week in New York een VN-top plaats. Hier wordt besproken hoe dat moet gebeuren. Regeringsleiders zullen opnieuw met elkaar afspreken de wereld te verbeteren. De ambitie zal hoog zijn. Maar zonder consequenties aan het niet halen van de doelen en een economische crisis zijn de verwachtingen laag.

maandag 13 september 2010

MDG-teaser

De komende tijd ga ik bloggen over de millenniumdoelen en de VN-top die hier volgende week over gehouden wordt.
Wat zijn de millenniumdoelen ook alweer? Kijk hier!