Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen

dinsdag 28 juni 2011

De minister van Vrouwen- en Gezinszaken

Zaterdag 25 juni

IS Online

©www.haguejusticeportal.net
Het Rwanda-tribunaal heeft Pauline Nyiramasuhuko vrijdag veroordeeld voor genocide. Ze is de eerste vrouw ooit die door een internationaal hof veroordeeld is voor volkerenmoord. Nyiramasuhuko is voormalig minister van Vrouwen- en Gezinszaken in Rwanda. Ze zou hebben aangespoord tot massale verkrachtingen, als onderdeel van genocide en heeft levenslang gekregen.

Het meest opmerkelijk van de vreselijke misdaden die zij begaan heeft is dat Nyiramasuhuko als minister altijd opkwam voor vrouwen en het gezinsleven, maar dat zij tijdens de genocide in 1994 massale verkrachtingen aangemoedigde. De NOS schrijft dat zij het Rode Kruis voedsel liet uitdelen in het stadion van Butare. Duizenden wanhopige Tutsi's vluchtten naar het stadion. Het bleek een valstrik. De vrouwen werden van de mannen gescheiden, en naar het bos gebracht. "Voor jullie ze doden, moeten jullie ze verkrachten", zou de minister hebben gezegd. Daarna keek ze toe hoe Hutu-milities met machinegeweren en handgranaten de Tutsi-mannen in het stadion afmaakten.

Massale verkrachtingen. Eén van de wreedste oorlogsinstrumenten. Maar wat velen, en ook ik, zich afvragen is hoe nu juist een minister van Vrouwen- en Gezinszaken, een vrouw en zelf moeder notabene, hier toe op kan roepen…
Een rechtvaardiging ga ik hier zeker niet uit de doeken doen. Wel (een poging tot) een verklaring hoe dit kan.
Wat je bij genocides of andere grove mensenrechtenschendingen ziet is dat de vijand wordt “gedehumaniseerd”. Oftewel: Er wordt niet over hen als mensen gedacht en gepraat maar als iets minderwaardigs. Ongedierte, onkruid. De Joden waren “Untermenschen” en de Tutsi’s “Kakkerlakken”. En dus niet je vrienden, je buren, of je collega’s. Nee, wezens van een compleet andere soort. Een soort waar jijzelf vér boven staat. En dan wordt het iets minder lastig ze iets ergs aan te doen. Immers, het zijn toch maar “kakkerlakken”… en daar kan je maar beter vanaf zijn…

Het meest enge hiervan is dat, als dit blijkbaar zo werkt, ikzelf en ook jij dit ook zouden kunnen doen. Als de omstandigheden er maar naar zijn. Als een ‘andere’ groep mensen maar de beste baantjes krijgt, we weinig tot geen sociale vooruitgang zien, dit een tijdlang zo blijft en er dan politici zijn die ons opruien… Ik moet er niet aan denken, toch vrees ik dat ook Pauline Nyiramasuhuko het resultaat was van hoe ons menselijk brein nou eenmaal kán werken. Ook die van mij, en ook die van jou…

vrijdag 18 maart 2011

Vrouwen en kinderen eerst

"…Onschuldige kinderen en vrouwen zijn dan het slachtoffer." Ik luister naar een interview met Generaal buiten dienst Couzy op Radio 1. Hij vreest dat door, de inmiddels ingestelde, no-fly zone Libië zich tactisch zo opstelt dat het Westen kans loopt ongewild burgerdoelen te raken. Zo kan Gadaffi laten zien hoe wreed de buitenlandse mogendheden zijn. Couzy impliceert dat dat in het bijzonder erg zou zijn omdat vrouwen en kinderen dan slachtoffer kunnen worden.

Nu heeft Couzy enorm veel verstand van dergelijke conflictsituaties. Toch valt het me op dat, zoals vaker in zulke situaties, alléén vrouwen en kinderen onschuldig zijn. Zoals het oude adagiuim luidt: 'Vrouwen en kinderen eerst!'

Ten eerste is de tijd dat vrouwen zich per definitie niet in een oorlog mengen al lang voorbij, als die tijd al ooit bestaan heeft.
Ten tweede worden vrouwen door zo’n uitspraak weggezet als kwetsbare wezentjes. Mocht dit al zo zijn dan geldt dat niet voor álle vrouwen en verdienen ook de vrouwen voor wie dat wel geldt een positievere associatie.
Ten derde impliceert iemand die zoiets zegt dat mannen wel schuldig zijn. Anders zeg je wel onschuldige burgers...
Nu weet ik ook wel dat Couzy het niet zo bedoelt, maar zullen we voortaan gewoon 'onschuldige burgers' zeggen en niet meer 'onschuldige vrouwen'? Dat lijkt me beter. Voor vrouwen én mannen!

zaterdag 12 maart 2011

De eerste vrouw

5 maart 2011,


Afgelopen woensdag tijdens de provinciale verkiezingen zat ik op het stembureau. Na een lange dag, begon na sluiting van het stembureau, het zwaarste gedeelte; het tellen van alle stemmen.

Dat is een hele klus. Een foutje kan niet, dus alle wordt dubbel geteld. Alle stemmen in totaal, alle stemmen per partij, alle stemmen per lijsttrekker, en dan de voorkeursstemmen. Wat mij opviel tijdens het tellen va n de stemmen  was dat, in ieder geval op mijn stembureau in het centrum van Utrecht, erg veel stemmen waren voor de nummer 2 van D66. Uiteindelijk bleek de nummer twee zelfs meer stemmen te hebben gekregen dan de nummer een op de lijst van D66! Leuk voor die persoon en wat minder leuk voor de lijsttrekker. Maar ik was benieuwd hoe dit zou komen… Ik keek wat beter naar de kandidatenlijst. De lijsttrekker bleek een man te zijn en de nummer twee een vrouw.

Bewijzen heb ik natuurlijk niet, maar ik heb toch wel een zwaar vermoeden dat veel D66- kiezers  op de eerste vrouw op de lijst hebben gestemd. Vanwege haar geslacht dus en niet vanwege haar kwaliteiten. Maar waarom stemmen mensen op de eerste vrouw op de lijst? Daarmee bevestig je toch juist dat ze niet op de eerste plek stond. Als we écht iets willen veranderen hieraan moeten we niet vanaf de zijlijn, of vanuit het stemhokje, ons protest uiten. We moeten aan de slag. Ga voor die politieke functie, ga voor die topbaan! Doe het zelf want door stemmen op de eerste vrouw op de lijst weet de vrouw in kwestie nooit zeker of ze nou gekozen is omdat ze zo goed is of omdat ze vrouw is.
Heb jij vorige week ook op de eerste vrouw van jouw partij gestemd? Denk de volgende keer dan  nog eens na waarom je dit doet…

maandag 25 oktober 2010

Eigenlijk had ze al lang thuis moeten zijn

IS Online (klik hier om het artikel (en de reacties) op de site van IS Magazine te lezen)

“Ik heb haar de avond vóór haar arrestatie voor het laatst gesproken. Ik had geen idee dat ze de volgende dag opgepakt zou worden, “ zegt Raissa de dochter van de Rwandese oppositieleidster Victoire Ingabire. “Mijn moeder is wel vaker opgepakt hoor. Dat duurde altijd maar twee dagen. Nu duurt het al een week,” vervolgt een bezorgde dochter, “en we hebben geen flauw idee wanneer ze vrij komt.”

Raissa en haar moeder in januari op het vliegveld


Sinds haar moeder opgesloten zit heeft Raissa haar niet meer gesproken. Alles loopt via een advocaat. “Via de advocaat hoorde ik dat m’n moeder gister verhoord zou worden. Dat ging maar met moeite want ze is erg zwak.” Raissa kijkt zorgelijk, maar vervolgt haar verhaal. “Ze had al een paar dagen niets gegeten omdat ze het eten dat ze van de bewakers krijgt niet vertrouwt. Ook sliep ze zonder matras. Haar eerste dag en nacht bleef ze zelfs geboeid! Gister heeft ze na een eis van een dokter eindelijk wat te eten gekregen van iemand die ze vertrouwt. De situatie is onmenselijk.”

Raissa (21 jaar) woont al 16 jaar in Nederland. Op haar zesde kwam ze hier en heeft Rwanda nooit meer gezien. Teruggaan wil ze wel maar durft ze niet. Haar moeder, Victoire Ingabire, is de leider van oppositiepartij Verenigde Democratische Krachten (UDF). Sinds 1994 woont zij in Nederland. In januari van dit jaar ging ze terug naar haar geboorteland om mee te doen aan de presidentsverkiezingen van augustus, die de zittende president Paul Kagame met 93 procent van de stemmen won. De UDF kreeg geen toestemming om zich te registreren als partij. Ingabire deed de stembusgang af als een farce.
Vorige week is Ingabire opgepakt op verdenking van het opzetten van een militaire tak van haar partij het UDF. Volgens haar dochter is dit complete onzin en is haar moeder gewoon opgepakt omdat ze een oppositieleidster is. In deze positie is Ingabire al vaker behoorlijk tegengewerkt door het onderdrukkende regime van Kagame.“Eigenlijk had ze al lang thuis moeten zijn. Maar ze had al huisarrest en haar paspoort is afgenomen dus ze kón niet terug naar Nederland.”

“Mijn moeder strijdt voor gerechtigheid en verzoening. Het benoemen van Hutu’s en Tutsi’s is verboden in Rwanda. Het enige wat mijn moeder zegt is dat óók Tutsi’s ernstige misdaden hebben gepleegd en daar verantwoordelijk voor moeten worden gehouden.”

Sinds Raissa van de Rwandese advocaat van haar moeder hoorde dat haar moeder opgepakt is doet ze alles om haar vrij te krijgen. De dag na de arrestatie van haar moeder ging Raissa naar de Rwandese ambassade in Den Haag. Ze wilde informatie over haar moeder en haar te spreken krijgen, maar kreeg geen medewerking. Mondeling werd haar toegezegd dat ze binnen 48uur iets zou horen. Dit gebeurde niet en maandag ging Raissa terug. “Bij de deur werd ik tegengehouden! Ik vind het meedogenloos en absurd!” Raissa vind het ook vreemd dat Nederland Rwanda financieel blijft steunen ondanks alle repressie in het land. “Vrijheid van meningsuiting is heel belangrijk in Nederland. Hoe kun je dan een land wat het tegenovergestelde uitvoert steunen?”, vraagt ze verbitterd.
Veel meer dan druk uitoefenen, de media inlichten, en geld inzamelen voor de advocaat van haar moeder kan Raissa niet. “Dit moet niet in de doofpot worden gestopt. Als de aandacht op Rwanda is gericht kan de overheid niet zomaar mijn moeder iets aandoen.”

Zelf wil Raissa niet de politiek in. “Ehm, ik ben niet zo moedig als mijn moeder. Er is erg veel moed en kracht nodig voor wat ze allemaal doet”, zegt ze trots. “Dit inspireert me wel. Volgend jaar wil ik Internationaal recht gaan studeren aan de hogeschool in Den Haag. Daarom ben ik nu m’n deelcertificaten voor de HAVO aan het halen. Maar dat is heel lastig nu. M’n hoofd is echt een zeef…”

maandag 26 juli 2010

Het ontbreekt de Nederlandse vrouw aan ambitie

30 december 2009, VersPers

Het old-boys-network verhindert dat vrouwen de top bereiken. Bovendien is de kinderopvang te duur en werken vrouwen dus in deeltijd en verdienen (ten onrechte) minder dan mannen. Dit zijn veelgehoorde statements waar Marike Stellinga in ‘De mythe van het glazen plafond’ keihard mee afrekent.

Stellinga schrijft als redacteur van Elsevier al jaren over emancipatie-issues en vrouwen aan de top en is hierdoor gewend aan heftige kritieken vanuit, met name, de feministische hoek. In ‘De mythe van het glazen plafond’ komt ze met harde tegenargumenten onderbouwd door verschillende onderzoeken. Kort gezegd komt het er op neer dat het De Nederlandse Vrouw ontbreekt aan ambitie. Vrouwen hebben geen topfunctie omdat ze die simpelweg niet willen. Ze zijn gelukkig met een parttime baan en hun fulltime werkende, carrière makende man.

Goede deeltijdbanen

Dat Nederland er niet al te best voor staat in internationale (Europese) lijstjes komt voor een groot deel door het unieke deeltijdklimaat van ons land. Er is hoogwaardig deeltijdwerk te vinden en kleine banen betalen relatief goed. Nederlandse werknemers hebben het recht hun werkweek te verkorten en dat is uniek in Europa. Andere Europese vrouwen zouden ook graag minder willen werken, maar kunnen dat niet omdat deeltijdbanen slecht verdienen en ze hiermee vaak hun pensioenrecht verspelen.

Veel feministen verwijzen graag naar Scandinavische landen waar het een paradijs zou zijn voor de vrouw. Stellinga gaat daarom naar Noorwegen om te kijken in hoeverre dit klopt. In Noorwegen is sinds 2008 een quotum voor beursgenoteerde bedrijven. Zij moeten hun raad van commissarissen voor ten minste 40 procent uit vrouwen laten bestaan. Stellinga wijst erop dat sinds de invoering van het quotum elke nieuwe plek door een vrouw is opgevuld. Daardoor krijgen mannen dus geen kans meer.

Al deze vrouwen zijn redelijk jong en hebben dus weinig ervaring. Zo worden de mannen met ervaring overgeslagen. Bovendien zegt Stellinga dat sinds het quotum van kracht is 167 van de 600 bedrijven in Noorwegen de beurs hebben verlaten.

Voorbarige conclusies

Stellinga haalt veel clichés over emancipatie, quota en De Nederlandse Man onderuit omdat zij gestaafd zijn op voorbarige conclusies en op conclusies die geredeneerd zijn naar een gewenste uitkomst. Toch maakt Stellinga zichzelf hier ook schuldig aan. Bij geen van de bedrijven die zich teruggetrokken hebben van de beurs is gevraagd naar de reden van terugtrekking.

Ook is het opvallend dat elk bewijs voor het bestaan van een glazen plafond of van stelselmatige achterstelling van vrouwen vrij hard wordt weerlegd. Enige nuance zou hierbij het totaalbeeld krachtiger maken. Tegen het einde van haar boek komt gelukkig wel bondig een aantal theorieën aan bod van feministen die het tegendeel beweren.

Feit blijft dat haar boek een ontzettende ontkrachting is van jarenlange dogma’s. Dat is gedurfd. En misschien moet je dat dan maar hard brengen. Met veel clichés wordt keihard afgerekend. Dit boek is niet alleen een must-read voor mensen die toch al Stellinga’s gedachtegang volgen.

Eigenlijk is vooral het een must-read voor de feministen die de clichés waar Stellinga mee afrekent (nog steeds) in het debat brengen. Want, zo betoogt Stellinga, vrouwen zijn helemaal niet zielig of achtergesteld en krijgen misschien juist wel meer kansen dan hun mannelijke collega’s. Ze kunnen bereiken wat ze willen. Bovendien zijn vrouwen zeer gelukkig met hun eigen situatie. Dus waarom veranderen? Hét glazen plafond bestaat niet!