maandag 26 juli 2010

Het ontbreekt de Nederlandse vrouw aan ambitie

30 december 2009, VersPers

Het old-boys-network verhindert dat vrouwen de top bereiken. Bovendien is de kinderopvang te duur en werken vrouwen dus in deeltijd en verdienen (ten onrechte) minder dan mannen. Dit zijn veelgehoorde statements waar Marike Stellinga in ‘De mythe van het glazen plafond’ keihard mee afrekent.

Stellinga schrijft als redacteur van Elsevier al jaren over emancipatie-issues en vrouwen aan de top en is hierdoor gewend aan heftige kritieken vanuit, met name, de feministische hoek. In ‘De mythe van het glazen plafond’ komt ze met harde tegenargumenten onderbouwd door verschillende onderzoeken. Kort gezegd komt het er op neer dat het De Nederlandse Vrouw ontbreekt aan ambitie. Vrouwen hebben geen topfunctie omdat ze die simpelweg niet willen. Ze zijn gelukkig met een parttime baan en hun fulltime werkende, carrière makende man.

Goede deeltijdbanen

Dat Nederland er niet al te best voor staat in internationale (Europese) lijstjes komt voor een groot deel door het unieke deeltijdklimaat van ons land. Er is hoogwaardig deeltijdwerk te vinden en kleine banen betalen relatief goed. Nederlandse werknemers hebben het recht hun werkweek te verkorten en dat is uniek in Europa. Andere Europese vrouwen zouden ook graag minder willen werken, maar kunnen dat niet omdat deeltijdbanen slecht verdienen en ze hiermee vaak hun pensioenrecht verspelen.

Veel feministen verwijzen graag naar Scandinavische landen waar het een paradijs zou zijn voor de vrouw. Stellinga gaat daarom naar Noorwegen om te kijken in hoeverre dit klopt. In Noorwegen is sinds 2008 een quotum voor beursgenoteerde bedrijven. Zij moeten hun raad van commissarissen voor ten minste 40 procent uit vrouwen laten bestaan. Stellinga wijst erop dat sinds de invoering van het quotum elke nieuwe plek door een vrouw is opgevuld. Daardoor krijgen mannen dus geen kans meer.

Al deze vrouwen zijn redelijk jong en hebben dus weinig ervaring. Zo worden de mannen met ervaring overgeslagen. Bovendien zegt Stellinga dat sinds het quotum van kracht is 167 van de 600 bedrijven in Noorwegen de beurs hebben verlaten.

Voorbarige conclusies

Stellinga haalt veel clichés over emancipatie, quota en De Nederlandse Man onderuit omdat zij gestaafd zijn op voorbarige conclusies en op conclusies die geredeneerd zijn naar een gewenste uitkomst. Toch maakt Stellinga zichzelf hier ook schuldig aan. Bij geen van de bedrijven die zich teruggetrokken hebben van de beurs is gevraagd naar de reden van terugtrekking.

Ook is het opvallend dat elk bewijs voor het bestaan van een glazen plafond of van stelselmatige achterstelling van vrouwen vrij hard wordt weerlegd. Enige nuance zou hierbij het totaalbeeld krachtiger maken. Tegen het einde van haar boek komt gelukkig wel bondig een aantal theorieën aan bod van feministen die het tegendeel beweren.

Feit blijft dat haar boek een ontzettende ontkrachting is van jarenlange dogma’s. Dat is gedurfd. En misschien moet je dat dan maar hard brengen. Met veel clichés wordt keihard afgerekend. Dit boek is niet alleen een must-read voor mensen die toch al Stellinga’s gedachtegang volgen.

Eigenlijk is vooral het een must-read voor de feministen die de clichés waar Stellinga mee afrekent (nog steeds) in het debat brengen. Want, zo betoogt Stellinga, vrouwen zijn helemaal niet zielig of achtergesteld en krijgen misschien juist wel meer kansen dan hun mannelijke collega’s. Ze kunnen bereiken wat ze willen. Bovendien zijn vrouwen zeer gelukkig met hun eigen situatie. Dus waarom veranderen? Hét glazen plafond bestaat niet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten